Hoofdtekst
Op een avond was nonkel twee uren later thuis dan gewoonlijk. Tante was stief kwaad maar nonkel schreemde. Hij zei: "’k Heb twee uren rondgedoold ‘en ‘k koste mijn huis niet vinden. Iedere keer dat ik er bijkans aan was, ‘k wierd weer weggetrokken en ‘k kwamen altijd weere uit aan de haven. ’t Was de Kwade Hand die op mij gesmeten was. ’t Was zeker dat er Ruischaart mee gemoeid was. ’k Heb toen een druppel gaan drinken in de herberg van Pier Van Sees”. Tante vond dat hij meer dan één druppel gedronken had; ze rook het aan zijn asem.
Beschrijving
Een man die op een avond twee uur later dan normaal thuiskwam, sprak boos tot zijn vrouw: "Ik heb twee uur rondgedoold en ik kon mijn huis niet vinden! Toen ik bijna op mijn bestemming was, werd ik weggetrokken door de kwade hand. Roeschaart heeft mij doen verdwanen. Daarom ben ik maar een borrel gaan drinken in de herberg". De vrouw was er van overtuigd dat haar man meer dan één borrel had gedronken!
Bron
C. Dewaele, Leuven, 1967
Commentaar
1.5 Plaaggeesten
west-vlaams (oostkust)
120
Oom en tante van de informant
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Roeschaard   
Naam Locatie in Tekst
Blankenberge