Hoofdtekst
's Avonds laat dan kwam er op 't Hobos altijd ne grote zwarten hond met 'n zwaar ketting aan zich hangen. Daar hadden de mensen schrik van. Ze probeerden daar nie naar. Maar 's morgens dan stonden al de beesten los in de stal te ridderen en te sidderen. Dat heeft mich Giel Bergmans verteld en dien hond dat was den drosserd.
Onderwerp
SINSAG 0362 - Toter kehrt als Tier wieder. Erklärung der Erscheinung des Spuktieres.
  
Beschrijving
Op het Hobos verscheen vroeger altijd een grote zwarte hond met een ketting rond zijn nek, die de mensen bang maakte. De dieren werden losgemaakt en stonden 's ochtends te sidderen in de stal. Die hond was de overleden drossaard.
Bron
I. Kenens, Leuven, 1957
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
limburgs (noord-west)
331
fabulaat
Mathijs Clercx werd geboren in Eksel op 4 december 1759. Hij studeerde bij de Paters Augustijnen in Diest en trouwde in 1787 met Aldegonde Cornelis, met wie hij tien kinderen kreeg. Het graafschap Loon omvatte sinds het einde van de veertiende eeuw zes ambten, namelijk: Loon, Bilzen, Montenaken, Stokkem en Pelt. In de zestiende eeuw werden Grevenbroek en Thorn daar nog aan toegevoegd. De graaf van Loon stelde in elk van deze ambten een aantal vertegenwoordigers aan, waaronder een 'drossaard'. Een drossaard had zowel militaire, administratieve als rechterlijke macht. Mathijs Clercx werd op 29 maart 1790 door de Pinsbisschop aangesteld als luitenant-drossaard van het ambt Stockheim. De voornaamste taak van drossaard Clercx was het uitroeien van de bokkerijders. Tussen 1794 en 1840 verbleef Clercx op zijn landgoed 'het Hobos'. De drossaard stond niet enkel bekend als de man die de bokkerijders had uitgeroeid, maar ook als een brutale, gewetenloze en onrechvaardige rechter, die vaak ongeoorloofd brutaal optrad tegenover iedereen die iets had mispeuterd.
(uit IKENE0247- 248)
(uit IKENE0247- 248)
Naam Overig in Tekst
Clercx   
drossaard Clercx   
Naam Locatie in Tekst
Eksel   
Plaats van Handelen
Hobos (Eksel)