Hoofdtekst
In Rikus S. zijn wei lag altijd paardenstront en Rikus zei: 'Ik heb toch nondedju geen paard, ik wil weten wie zijn paard mijn gras laat opeten?' En op een nacht ging hij zien en toen hij daar over de gracht kroop, zei daar ineens een stem: 'Ja', en Rikus kreeg me daar een klets rond zijn oren, dat hij niet meer wist waar hij stond. 'En ge hadt daar godverdorie geen mens gezien, maar wel voelen, zei Rikus, ik kan wel denken wie de heks is, maar tegen iemand die ge niet ziet , kunt ge niets.
Onderwerp
SINSAG 0543 - Hexe macht sich unsichtbar
  
Beschrijving
Hoewel Rikus S. geen paard bezat, lag er altijd paardenpoep in zijn weide. Omdat Rikus wilde weten wiens paard zijn gras kwam opeten, ging hij op een nacht de wacht houden. Toen Rikus daar stond, hoorde hij plots een stem en iemand sloeg hem hard in het gezicht. Nochtans was er in de verste verte geen mens te zien. Rikus wist wel wie de heks was, maar hij meende dat men toch niets kon beginnen tegen iemand die onzichtbaar was.
Bron
F. Beckers, Leuven, 1947
Commentaar
2.1 Heksen
zuid-limburgs
Heksen berijden 's nachts de paarden: variante 1
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Rikus S.   
Naam Locatie in Tekst
Runkelen