Hoofdtekst
Op Slijpe in een herberge ’t kwam daar ook dikwijls een die koste (kon) toveren. En op een keer ’t was daar een vent in d’herberge die met hem lachte. En zegt die toverare, je moet je niet moeien, zegten, je moet geen grote krone op je’n hoofd zetten, as ‘k willen ga je hier slapen bij al die mensen - en ’t was azo ook. En je ga geen hogen top scheren, zeiten. Je (hij) verwenste hem he. En j’ (hij) heet niet lange meer geleefd ook. Je (hij) was nog geen zestig asten stierf. En anders een gezonde vent.
Onderwerp
SINSAG 0750 - Andere Zauberei.   
Beschrijving
In een herberg in Slijpe zat een tovenaar, die door een man bespot werd. Geërgerd sprak de tovenaar tot de man: "Je hoeft niet zo uit de hoogte te doen. Als ik wil, dan kan ik je hier ter plekke doen in slaap vallen!" De spotter heeft daarna niet lang meer geleefd, hoewel hij altijd kerngezond was geweest. Hij was door de tovenaar verwenst.
Bron
J. Aspeslagh, Leuven, 1958
Commentaar
2.2 Tovenaars
west-vlaams (kamerlingsambacht)
237
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Leffinge   
Plaats van Handelen
Slijpe