Hoofdtekst
In Avelgem in de kerke is dat gebeurd.De mensen droegen in dien tijd nog kapmantels. En hier in de kerke gebeurde het ‘ne keer dat die mantels altijd in brokken waren. En dat was iedere zondag ’t zelfste! En de paster zei luide in de preekstoel: "Ge moet ophouden met die zaken te doen of we gaan ze noemen met naam en toename!"En dat heeft opgehouden want de pasters hebben daarvoren de macht zulle. Maar ’t is lastig, ’t is entwadde die boven hun macht gaat… Maar ze kunnen dat, ja ja z’!Ja, de paster wiste wie dat dat was, maar heeft ’t nooit willen zeggen…
Beschrijving
In de kerk van Avelgem werden de kapmantels die de mensen droegen iedere zondag in stukken gesneden. Op een dag sprak de pastoor luid vanuit de preekstoel: "Jullie moeten ophouden met zulke dingen te doen of ik zal de schuldigen bij naam noemen!" Daarna werd er geen enkele mantel meer beschadigd.
Bron
F. Van Houdenhove, Leuven, 1967
Commentaar
2.2 Tovenaars
west-vlaams (tussen schelde en leie)
520
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Avelgem   
Plaats van Handelen
Avelgem