Hoofdtekst
Beschrijving
Om niet betoverd te raken, moest men ervoor zorgen nooit iets van een toveres aan te nemen. Mensen die toch betoverd waren geraakt, moesten naar de pastoor gaan. De geestelijken losten zulke problemen echter niet graag op, want ze zweetten dan water en bloed. In een herberg waarin een toveres werkte, geraakte de pastoor niet binnen. Telkens wanneer de geestelijke in de buurt was, had men de deur van de herberg gesloten, alsof de toveres wist dat er iets op komst was.
Bron
M.-J. Deraemaeker, Leuven, 1977
Commentaar
2.1 Heksen
brabants (zuid-west)
69F
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Pepingen