Hoofdtekst
J.G.: De man werd vervolgd voor hekserij en de vrouw van moord. Dat was dus een heel marginaal koppel dat leefde van het kuisen van secreten, dat zijn dus wc’s, daarvan leefde die. De vrouw had haar jongste kind vermoord en in de holle boom verstopt en de man, die werd dus vervolgd voor hekserij. Maar men…, het was al op de terugweg…, het geloof van hekserij…, want zij zijn dus veroordeeld om uit Tongeren te blijven. ‘Voor honderd jaar en enen dag’ zijn ze uit de stad verbannen, waar als ze dat 50 jaar voordien moesten meegemaakt hebben, waren ze opgebrand, maar nu, het gerecht was al veel gematigder tegenover hekserij. En die man die vertelt dus dat hij op een zekere dag ik weet niet hoeveel herbergen bezocht heeft, waar hij overal brandewijn gedronken heeft en dan met een stuk in zijne frak gaat hij de Hasseltse straat in, de Hemelingenstraat heet dat nu, en daar valt hij tussen het puin van een afgebrand huis. En als hij daar ligt ziet hij iemand op hem aankomen helemaal in het zwart en die pakt hem op en die vliegt met hem weg. Dat is dus de duivel die hem oppakt en met hem wegvliegt, maar die duivel vliegt over de tuin van de kanunnik, aan de basiliek. Daar overwint dus het geloof op het kwade. Het goede: de kanunnik zijnen hof. En daar moet hij hem loslaten en daar ligt hij dus en daar wordt hij dus gevonden door de waard van het café. Dat vertelt hij dus op de dinges en hij is dus door de duivel vervoerd geweest. Ja, hij was poepeloere zat en hij wordt door de waard van het café gevonden. Hij zal waarschijlijk daar in die hof gelegen hebben he, want het is de waard van het café, waar hij het laatste was, die hem daar vindt. J.G.: Moet gij namen hebben? Dan hebt ge het volledig. Dat was dus in 1689 en die man werd ‘Schele Jan’ genoemd. En zijn naam was Jan Hauben. Met a-u.
Beschrijving
Een man en een vrouw verdienden hun brood met het poetsen van toiletten. De man werd vervolgd voor hekserij en de vrouw werd beschuldigd van moord op haar jongste kind, wiens lijk ze in een holle boom zou hebben verstopt. De man en de vrouw werden verbannen uit Tongeren voor honderd jaar en één dag. De man vertelde dat hij in dronken toestand iemand zag aankomen, die in het zwart was gekleed, en die met hem wegvloog. De duivel vloog met de man over de tuin van de kanunnik bij de basiliek. Daar moest de duivel zijn slachtoffer loslaten. De man werd door de waard van het café gevonden.
Bron
G. Verdickt, Leuven, 2002
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (zuiden)
T18
1689
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Tongeren   
Plaats van Handelen
Tongeren