Hoofdtekst
Beschrijving
Als men wist dat er een toveres op komst was, moest men een stukje gewijde kaars onder een stoel leggen en de andere stoelen wegnemen. Zolang dat stukje gewijde kaars onder de stoel lag, kon de toveres niet opstaan.
De pastoor had een vrouw nog een ander advies gegeven om toveressen weg te jagen. Zo moest de vrouw gedroogde erwten samen met een stukje van de paaskaars in wijwater leggen en die erwten onder de stoel van de toveres gooien. Als de toveres dan probeerde op te staan, zou ze zoveel vlekjes op haar huid hebben als er erwten onder haar stoel waren gegooid.
De pastoor had een vrouw nog een ander advies gegeven om toveressen weg te jagen. Zo moest de vrouw gedroogde erwten samen met een stukje van de paaskaars in wijwater leggen en die erwten onder de stoel van de toveres gooien. Als de toveres dan probeerde op te staan, zou ze zoveel vlekjes op haar huid hebben als er erwten onder haar stoel waren gegooid.
Bron
M.-J. Deraemaeker, Leuven, 1977
Commentaar
2.1 Heksen
brabants (zuid-west)
6N
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Beert