Hoofdtekst
Ne man mos euver de beek en doe zat altêed e ketje op de brug. Hê wou da ketje in 't wetter stampe, mo ze krapte hem. De man is ter van gestorve want da wor een heks.
Onderwerp
SINSAG 0608 - Andere Begegnungen mit Hexentieren.
  
Beschrijving
Een man zag een katje op een brug zitten. Toen de man de kat in het water wilde stampen, werd hij gekrabd. Uiteindelijk is de man gestorven aan zijn verwonding. Die kat was een heks.
Bron
M. Hermans, Leuven, 1966
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (herk-de-stad)
718
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Schakkebroek