Hoofdtekst
nô 12 oere kam altêd ne zwette kettelhond, zeide ze; en dee liep rond en de minsen hadde schrik van op strôt te koume; mo dee dui oech niks; da was mo e spouk.
Beschrijving
Na middernacht liep er altijd een zwarte hond met kettingen op straat.
Bron
A. Abeels, Leuven, 1965
Commentaar
1.5 Plaaggeesten
limburgs (sint-truiden)
113
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Zepperen