Hoofdtekst
Dwaaslichte hem ik van mij leve gezien. Da dreef zoewe he. ‘k Hem dikkes hore zegge dat da grote maai (maden) ware die omhoog vloge.
Beschrijving
Dwaallichtjes waren grote maden die door de lucht vlogen.
Bron
M. Vankerkhoven, Leuven, 1964
Commentaar
1.3 Vuurgeesten
antwerps (grensgebied kempen-hageland)
40
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Veerle