Hoofdtekst
Der is hier ne keer enen geweest, nen Duitsen Schaper. En d’er was nen here en hij reed mee zijn gerij naar Brugge. En onderweg vielt hij stille. Zijn peirden wildigen nie meer voort. En ton vroeg dien here an diene schapre die de schapen stond te wachten ot hij d’er wildige aan steken voor da peird voort te krijgen. Diene schapre die da moste voortsteken was nen Duitse Schapre die koste toveren. Maar dienen here van da gerij kost ook die trukken en dien schapre kost nie meer los en moest toe in Brugge achter da gerij blijven lopen.
Onderwerp
SINSAG 0750 - Andere Zauberei.   
Beschrijving
Een heer die met een paardenkar naar Brugge reed, moest onderweg halt houden omdat zijn paarden niet meer voort konden. De heer vroeg aan een Duitse schaper die langs de kant van de weg zijn schapen aan het hoeden was, om hem te helpen. Toen de schaapherder dat had gedaan, konden de paarden weer voort. Die heer kon echter zelf ook toveren. Hij zorgde ervoor dat de Duitse schaper tot in Brugge aan de kar bleef hangen.
Bron
O. Mattheeuws, Leuven, s.d.
Commentaar
2.2 Tovenaars
west-vlaams (grens oost- en zeeuws-vlaanderen)
403
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Eede   
Plaats van Handelen
Brugge