Hoofdtekst
Z’hebben hier op “Pasenhof” ne groten eik gevonnen, waar dat ze gingen nen stimput (regenput) maken; dat was nen eik die verzonken was van in den tijd van de Zondvloed mee Noë. Daar en kunne gene stimput maken want ’t ligt daar vol gezonken eiken. En daar komen ’s nachts stalkiesen op zitten.
Beschrijving
Op Pasenhof zou men een grote eik hebben gevonden toen men een steenput wilde maken. Die eik zou ten tijde van de Noë tijdens de zondvloed zijn verzonken. ’s Nachts verschenen op die plaats stalkaarsen.
Bron
M. Van Der Linden, Leuven, 1964
Commentaar
4. Historische sagen
oost-vlaams (denderstreek)
804
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Noë   
Noë   
ark van Noë   
Pasenhof   
Naam Locatie in Tekst
Voorde