Hoofdtekst
Op de hoek onder aan de draai hoorde ich eens iet kèke (= roepen) in de loch 's nach(t)s om twalef uren. Wei ich thuis kwam zei ich tegen ma - 'ich heb doa iet gehoord onder op de draai'. - 'Dat is de helse jach wa door de loch gaat' zei ze. Doa was ene wa zong, ene wa muziek maakte, ene wa joengde (= jankte) en zo vloog doa een heel kud door de loch.
Beschrijving
Een man hoorde omstreeks middernacht iets roepen bij een bocht. Toen de man thuiskwam en aan zijn moeder vertelde wat hij had gehoord, sprak de vrouw: "Dat is de helse jacht die door de lucht vliegt". Er vloog dan een hele groep door de lucht, waarvan één iemand moest zingen, een andere janken en een derde muziek maken.
Bron
M. Dreezen, Leuven, 1967
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
limburgs (tongeren en omstreken)
197
memoraat
Naam Locatie in Tekst
's Heerenelderen