Hoofdtekst
Min broere hè joeng doodgegaan, en ‘k wos ik ton maarte bij Stanten Lauwers, en ‘k ha pertank min broere niet misdaan, maar je kwam hem iedere keer voor mi; olsan van oek water pompte da waren ton nog van die grote pompen met grote zwarte appels aan de steert, en da wos juste of da’k iedere keer met die steert tegen zin hoofd moste slaan, en up den deur koste ‘k geen water meer pompen, ‘k koste over min herte niet krijgen en ‘k vertelde ’t tegen min moeder, en ze zei: "’t Is een teken dat ne vele gebeden nodig hèd." En ‘k hè ton twee messen doen doen aan de paster van Zullebeke, en dat è ton gedaan geweest.
Onderwerp
SINSAG 0450 - Andere Tote spuken.   
Beschrijving
Een meisje zag altijd de geest van haar jong gestorven broer verschijnen. Als het meisje water moest pompen, had ze het gevoel dat ze met de zwengel tegen het hoofd van haar broer moest slaan. Na een tijdje durfde het meisje dan ook geen water meer te pompen. De moeder van het meisje dacht dat haar zoon op die manier wilde laten weten dat hij veel gebeden nodig had. Nadat het meisje twee missen had laten doen, verscheen haar broer niet meer.
Bron
M. Reynaert, Leuven, 1965
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
west-vlaams (ieper)
131
memoraat
Naam Locatie in Tekst
Zillebeke