Hoofdtekst
b) Ze hebben toen entwat onder de zulle (dorpel) gestoken. Er was daar een wijf die altijd bleef staan aan de barriere. Ze kon maar tot daar komen. Ze kon niet binnenkomen. Dat was een toverege dat ze zeien. Ik heb dat mijn wijf’s moeder altemets horen vertellen.
Beschrijving
Op een behekste boerderij had men een heiligdom onder de dorpel gestoken. Daarna bleef een vrouw uit de buurt altijd staan bij de slagboom. Het was immers een toveres die niet meer kon binnenkomen.
Bron
K. Erard, Leuven, 1966
Commentaar
2.1 Heksen
west-vlaams (ieper)
3b)
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Vlamertinge