Hoofdtekst
de pastoeur, dee kon een heks herkennen in de kerk omda ze mê huire rug no den altôr was as hem het St.-Janseivangeili bad.
Beschrijving
De pastoor kon in de kerk heksen herkennen. Wanneer het Sint-Jansevangelie werd gelezen, stonden alle heksen immers met hun rug naar het altaar.
Bron
A. Abeels, Leuven, 1965
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (sint-truiden)
469
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Sint-Jansevangelie   
Naam Locatie in Tekst
Niel