Hoofdtekst
Ne boer van een winning in de geboeren koem mich eens iet raar vertellen. Op ne oavend, zo zaag hij, hoerde ich opeens rond 12 oeren e groot lewèèt in men stel: gestommel van pjèèd, gerammel van kettingen enz... Toen ich do koem zoog ich dat men besten wild gewunnen woaren. Enkele woaren met de stet uneen gebonnen, aander stoenten aaterste veur. Mais allemoil woaren ze noat van het zweit. Donoi koem alles weer toe rust en is do niks mai gebeurd.
Beschrijving
Een boer hoorde om middernacht plots lawaai in zijn stal. Toen hij ging kijken, zag hij dat de dieren helemaal bezweet waren. Sommige waren bovendien met hun staart aan elkaar gebonden en andere stonden achterstevoren.
Bron
R. Jageneau, Leuven, 1965
Commentaar
1.5 Plaaggeesten
limburgs (borgloon)
161
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Heers 
Heers 