Hoofdtekst
Farilda van de secretaris vertelde het. Er was een hoeve te lande en er woonde nen boer, de boerin en de dochter. Rond Allerheiligen zagen ze altijd dansende luchtjes. En volgens ’t volk naderden die luchtjes als ge teken deed. Ze probeerden het en deden de deur toe en opeens was een geweldige slag. ’s Anderendaags stond er een gebrande hand op de deur en ’t was met niets meer weg te krijgen.
Onderwerp
SINSAG 0212 - Spötter pfeift Feuermann heran
  
Beschrijving
Op een boerderij waar een boer en een boerin met een dochter woonden, zag men omstreeks Allerheiligen altijd dansende lichjtes. Die lichtjes kwamen dichterbij als men ernaar wenkte, zo vertelde men. Toen men op zeker ogenblik naar de lichtjes had gewenkt en vervolgens de deur sloot, hoorde men een luide slag op de deur. De volgende dag stond er een hand in de deur gebrand. Die handafdruk kon met geen enkel middel konden verwijderd.
Bron
M. Sagaert, Leuven, 1955
Commentaar
1.3 Vuurgeesten
west-vlaams (zuiden)
28
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Allerheiligen   
Naam Locatie in Tekst
Marke