Hoofdtekst
Die Framassons da had ulder ziele verkocht an den duvel. En ze kregen ton zoveel geld of da ze wilden. En alle jare ip ’t zelfste ure en ip dezelfste dag kwam t’er ne wagen en ze deien de voordeure open en ze smeten een beurze met geld binnen. Maar da waren al ongelukkige managen (gezinnen), ’t waren d’r alten die nie heel juste waren. ’t Waren hier twee zulke families in Wingene. ’t Hèn d’r ulder iphangen of versmoord (verdronken) oftewel waren ze zot.
Beschrijving
Framassons hadden hun ziel aan de duivel verkocht en kregen zoveel geld als ze maar wilden. Ieder jaar kwam op hetzelfde tijdstip op dezelfde dag een wagen. Als men dan de deur openmaakte, gooide men een geldbeurs naar binnen. Bij vrijmetselaars was er altijd ongeluk in de familie. In zulke milieus kwam het vaak voor dat mensen zich ophingen of verdronken.
Bron
P. Vandewalle, Leuven, 1968
Commentaar
3.2 Vrijmetselaars
west-vlaams (o van houtland)
503
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Wingene