Hoofdtekst
Ik waaktegen ne keer bij mijn tante Valérie bij de was die te bleken lag omdat hij niet en zou gepakt geweest hebben en ik hoordegen mee ene keer muziek in de lucht, en dat ging vanop “kapelleken Doorn” aan de linde tot aan Van Muylems op die grote linde. En dat waren de “vrije massons” die op een been vlogen. “Door hagen en door hekken” zeien ze. En z’hebben aan die linde toen messens en frinketten (vorken) teruggevonden, gelijk dat ze daar kwamen eten. En van daar vlogen ze naar Woubrechtegem. G’en ziet niet hé, maar g’hoort de ronk als ze vliegen en muziek als ze spelen.
Beschrijving
Een vrouw hield de wacht bij het wasgoed van haar tante dat lag te bleken. Plots hoorde de vrouw muziek in de lucht. Dat waren de vrije massons die op één been vlogen nadat ze hadden gezegd: “Door hagen en door hekken”. Bij de lindeboom vond men later messen en vorken. De vrije massons vlogen met muziek naar Woubrechtegem. Men kon hen dan niet zien.
Bron
M. Van Der Linden, Leuven, 1964
Commentaar
3.2 Vrijmetselaars
oost-vlaams (denderstreek)
74
memoraat
Naam Locatie in Tekst
Idegem   
Plaats van Handelen
Woubrechtegem