Hoofdtekst
De boerinne wos ziek van die boer en ze moste berecht zijn. En die boer vroeg an zijn knecht otten wilde achter de paster gon. En je moste dorvoor deur ’t bus gon mor de knecht zei datten niet doste ollene gon. ‘k Gon ik meegon zei de boer. De boer moste bij Bakelandt bluven en zijn bende, en de knecht moste ollene gon achter de paster. Enne kwam toen were met de paster. En Bakelandt zei tegen de paster datten ollene mochte werekeren nor huus, dat er geen kwaad ging gebeuren met hem.
Onderwerp
SINSAG 1320 - Andere Räubergeschichten.   
Beschrijving
Een boer stuurde zijn knecht naar de pastoor omdat zijn vrouw de Laatste Sacramenten moest ontvangen. Omdat de knecht niet alleen door het bos durfde te gaan, ging de boer met hem mee. Onderweg kwam het tweetal de bende van Bakelandt tegen. De boer moest bij de rovers blijven, zodat de knecht alleen naar de pastoor moest gaan. Toen de knecht terugkwam met de pastoor, sprak Bakelandt tot de geestelijke: "Jij mag straks alleen naar huis terugkeren, want er zal je niets overkomen".
Bron
S. Top, Leuven, 1964
Commentaar
4. Historische sagen
west-vlaams (vrijbos)
78D
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Bakelandt   
Laatste Sacramenten   
Bakelandt (bende van)   
bende van Bakelandt   
Naam Locatie in Tekst
Woumen