Hoofdtekst
’t Was ’n ki ’n vint die in ’t vette van z’n oarme ’n noalde stak en zei: "Ik bezweer dat die naald me geen toor (cfr. tort, kwaad) zal doen, noch in m’n vlees, noch in m’n bloed”. Je deed da met ’n mes ook. En je zei da’k oak e ki moesten doen met ’n noalde en met dezelfde woorden. ‘k En da gedoan en nieten gevoeld.
Onderwerp
SINSAG 0750 - Andere Zauberei.   
Beschrijving
Een man stak een naald in zijn arm met de woorden: "Ik bezweer dat die naald me geen kwaad zal doen, noch in mijn vlees, noch in mijn bloed". De man kon zelfs hetzelfde met een mes zonder pijn te voelen. Een toeschouwer die hetzelfde deed, voelde ook geen pijn omdat hij dezelfde toverformule had uitgesproken.
Bron
C. Dewaele, Leuven, 1967
Commentaar
2.2 Tovenaars
west-vlaams (oostkust)
413
memoraat
Naam Locatie in Tekst
Westkapelle