Hoofdtekst
Weerwolven De Van Brenken werden er van beticht te kunnen weerwolven. Zij teelden tabak en hadden daarbij veel hout nodig voor de heggen er om heen. Als Van Brenk 's zaterdagsavonds in de scheerstoel bij de barbier zat, ging den Uil daar gauw weg. V. Brenk dit opgevallen, hij zich op een zaterdag gehaast om bij barbier weg te komen, knuppel klaar gezet en het lukte: hij trof den Uil bij het hout en hij ranselde hem af, nee maar!
Iemand, die weerwolven moest, zat eens bij "particuliere" mensen. Toen hij wilde vertrekken, werd hem dat door de andere aanwezigen belet. Zij hielden hem vast, zodat hij niet gaan kon en daardoor kwam hij van zijn taak af.
Een molenaar had twee knechts. Deze man werd verdacht een weerwolf te zijn. De twee knechts waren op een avond nog op de molen bezig. De ene knecht zei tegen de andere, dat hij olie moest halen bij de baas om de assen van de molen te smeren. Deze durfde niet naar binnen. De eerste ging nu zelf en zag de baas met het vel om zitten
Er zijn wel mensen geweest, die met weerwolven hebben gevochten. Hadden zij een blank mes, dan konden zij niet door het vel heenkomen, zat er "grond" (= aarde) aan, dan wel.
Bij Veldhuizen, een handelaar in kippen, is eens een weerwolf op de kruiwagen gesprongen. Andere mensen hebben hem moeten dragen.
Mijn zegsman Hensen heeft het volgende beleefd: Op een avond, toen hij door de Maoren (afgelegen weilandgedeelte ten zuiden van de spoorlijn,) kwam, zag hij op het "hekke" van de wei van Gijs van den Brenk een groot "vierkantig" ding zitten. Hij kon niet zien, wat het was, hoewel hij er zijn best toe deed. Toen hij 's nachts om half twee terugkwam, was het er niet meer. Het zal V.d. Brenk wel geweest zijn, was de conclusie.
Iemand, die weerwolven moest, zat eens bij "particuliere" mensen. Toen hij wilde vertrekken, werd hem dat door de andere aanwezigen belet. Zij hielden hem vast, zodat hij niet gaan kon en daardoor kwam hij van zijn taak af.
Een molenaar had twee knechts. Deze man werd verdacht een weerwolf te zijn. De twee knechts waren op een avond nog op de molen bezig. De ene knecht zei tegen de andere, dat hij olie moest halen bij de baas om de assen van de molen te smeren. Deze durfde niet naar binnen. De eerste ging nu zelf en zag de baas met het vel om zitten
Er zijn wel mensen geweest, die met weerwolven hebben gevochten. Hadden zij een blank mes, dan konden zij niet door het vel heenkomen, zat er "grond" (= aarde) aan, dan wel.
Bij Veldhuizen, een handelaar in kippen, is eens een weerwolf op de kruiwagen gesprongen. Andere mensen hebben hem moeten dragen.
Mijn zegsman Hensen heeft het volgende beleefd: Op een avond, toen hij door de Maoren (afgelegen weilandgedeelte ten zuiden van de spoorlijn,) kwam, zag hij op het "hekke" van de wei van Gijs van den Brenk een groot "vierkantig" ding zitten. Hij kon niet zien, wat het was, hoewel hij er zijn best toe deed. Toen hij 's nachts om half twee terugkwam, was het er niet meer. Het zal V.d. Brenk wel geweest zijn, was de conclusie.
Beschrijving
Gevallen van mensen die weerwolven.
Bron
Collectie Hol, verslag 16, verhaal 20 (Archief Meertens Instituut)
Naam Overig in Tekst
Van Brenk   
Den Uil   
Veldhuizen   
Maoren   
Gijs van den Brenk   
Plaats van Handelen
Opheusden