Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

CJ022705

Een sprookje (mondeling), dinsdag 01 maart 1966

Hoofdtekst

Der wie in man op in hynder, dy naem in faem mei. It wie by jountiid, de moanne skynde en 't hynder bigoun almar hurder to rinnen. Doe sei de ruter:
"Het maantje schijnt er zo helder
en het paardje loopt er zo snelder.
Ach, mooi meisje, ben je niet bang."
Mar de faem antwurde:
"Waarom zou ik bang wezen?
Ik heb immers geen kwaad te vrezen."
Sy ha dy faem noait wer sjoen.

Onderwerp

AT 0365 - The dead bridegroom carries off his bride (Lenore)    AT 0365 - The dead bridegroom carries off his bride (Lenore)   

ATU 0365 - The Dead Bridegroom Carries Off his Bride.    ATU 0365 - The Dead Bridegroom Carries Off his Bride.   

Beschrijving

Een ruiter nam op een avond een meisje mee op zijn paard, dat in het maanlicht almaar harder begon te rennen. Toen zei de ruiter:
"Het maantje schijnt zo helder
en het paard loopt er zo sneller.
Ach, ben je niet bang."
Het meisje antwoordde:
"Waarom zou ik bang wezen?
Ik heb immers geen kwaad te vrezen."
Maar het meisje is nooit meer gezien.

Bron

Corpus Jaarsma, verslag 227, verhaal 5

Commentaar

1 maart 1966
The dead bridegroom carries off his bride (Lenore)

Datum Invoer

2013-03-01 14:46:21