Hoofdtekst
dwa.lixjess zag men 's avonds op en neer wippen boven "grutgronderige" sloten, ook zag men ze op de polder (de buitenpolder, die in de richting Dodewaard ligt). Ging men er op af, dan veranderden ze van plaats. Men keek te veel naar die lichtjes en ging daardoor aan het dwalen en kwam in een sloot terecht. V.d. Hatert wel eens horen zeggen, dat die "dwa.lixjess" zieltjes waren van ongedoopte kinderen.
Onderwerp
TM 4905 - Dwaallichten (stalkaarsen)   
Beschrijving
Dwaallichten laten verdwalen, zijn de zielen van ongedoopte kinderen.
Bron
Collectie Hol, verslag 27, verhaal 2 (Archief Meertens Instituut)
Naam Locatie in Tekst
Dodewaard