Hoofdtekst
Een man en een hond zitten naast elkaar op een bank in het park naar de duiven te kijken. De man wil een sigaret opsteken, maar merkt dat het pakje ieeg is. Hij wendt zich tot de hond, en vraagt: 'Zeg Karel, heb jij een sigaret voor me?' 'Nee, zegt de hond,' maar er is een sigarettenwinkel verderop in de straat.' 'Mooi', zegt de man, 'hier heb je een tientje. Haal even een pakje voor me.' Een uur later is de hond nog niet terug, dus de man gaat hem zoeken. Hij vindt hem in een bar, achter een groot glas whisky. 'Dat is ook wat moois', zegt de man, 'Heb ik je al die tijd vertrouwd en nu belazer je me.' Zegt die hond: 'Ja maar je had me nog nooit eerder geld mee gegeven.'
Beschrijving
Man geeft geld aan hond om een pakje sigaretten te halen. De hond blijft weg, waarop de man gaat zoeken. Als hij de hond in een bar vindt, zegt hij dat hij de hond altijd heeft vertrouwd en nu is belazerd. De hond antwoordt dat hij nooit eerder geld heeft meegegeven.
Bron
G.M.M. Kuipers: Goede humor, slechte smaak. Een sociologie van de mop. Enschede 2001, p.282
Commentaar
18 januari 2001
Naam Overig in Tekst
Karel   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20