Hoofdtekst
Er was eens een dominee, die had een meid. Er woonde in dat dorp ook een slager. Dat was een Jood. Hij heette Jakob. Dominee kocht het vlees altijd bij slager Jakob, maar hij betaalde niet altijd op tijd.
Op een zondagmorgen ontdekte de meid dat ze de vorige dag geen vlees gekocht hadden. Toen stuurde dominee haar gauw naar Jakob. Dat was een Jood, die verkocht wel op zondag.
In die tijd ging dominee naar de kerk en begon te preken. De preek ging over aartsvader Jakob.
Toen de meid terug was van de slager ging ze meteen naar de kerk.
Toevallig zei dominee op dat moment in zijn preek: "En wat zeide Jakob?"
De meid dacht dat de dominee zich tot háár richtte en antwoordde: "Doomny kon 't fleis wel krige, als hij eerst 't olde betoalde -, seid y."
Op een zondagmorgen ontdekte de meid dat ze de vorige dag geen vlees gekocht hadden. Toen stuurde dominee haar gauw naar Jakob. Dat was een Jood, die verkocht wel op zondag.
In die tijd ging dominee naar de kerk en begon te preken. De preek ging over aartsvader Jakob.
Toen de meid terug was van de slager ging ze meteen naar de kerk.
Toevallig zei dominee op dat moment in zijn preek: "En wat zeide Jakob?"
De meid dacht dat de dominee zich tot háár richtte en antwoordde: "Doomny kon 't fleis wel krige, als hij eerst 't olde betoalde -, seid y."
Onderwerp
AT 1833A - "What Says David?"   
ATU 1833A - “What Does David Say?”   
Beschrijving
Een dominee stuurde op een zondag zijn meid naar Jakob, de Joodse slager van het dorp. Die dag hield de dominee een preek over de aartsvader Jakob. Juist toen de meid de kerk weer in kwam, zei hij: "En wat zeide Jakob?" De meid dacht dat de dominee het tegen haar had en zei dat de dominee zijn vlees pas kon krijgen als hij de laatste rekening had betaald.
Bron
Corpus Jaarsma, verslag 712, verhaal 12
Motief
X435.1 - “What says David?”--Boy: “Pay your old debts.”   
Commentaar
20 juni 1969
"What Says David?"
Naam Overig in Tekst
Jakob   
Jood   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:21