Hoofdtekst
880 ¶ Het xviij. capittel.
"Die cleijn hondekens ophouden ende voeden wilt, dye sal smergens
sijn hande wasscen in een deel waters, ende in dat water
salmen tbroot nat maken dat si eten, ende geven hem van dien
water oec te drinken, so en sullen si niet meer wassen." (Glose)
885 "Ic gelove wel, dattet waer is," seide daer een Mermarot Pelee:
"Mijn oude moeder plachse te houden in eenen pot, ende dan en
konsten si niet meerder gewassen dan den pot en was."
"Die cleijn hondekens ophouden ende voeden wilt, dye sal smergens
sijn hande wasscen in een deel waters, ende in dat water
salmen tbroot nat maken dat si eten, ende geven hem van dien
water oec te drinken, so en sullen si niet meer wassen." (Glose)
885 "Ic gelove wel, dattet waer is," seide daer een Mermarot Pelee:
"Mijn oude moeder plachse te houden in eenen pot, ende dan en
konsten si niet meerder gewassen dan den pot en was."
Beschrijving
Donderdag, achttiende kapittel. Als je kleine honden water geeft waarin je je handen 's morgens hebt gewassen en je laat ze brood eten dat nat is gemaakt in dat water, dan groeien de honden niet meer. Je kan de honden ook in een pot houden. Dan worden ze niet groter dan de pot.
Bron
G.J.Boekenoogen (ed.): Die evangelien vanden spinrocke. 's-Gravenhage 1910 (facsimile)
Commentaar
ca. 1520
Naam Overig in Tekst
Mermarot Pelee   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20