Hoofdtekst
Ik was op de weg.
Het was een weg
en het was geen weg.
Daar kwam ik een man tegen.
Het was een man
en het was geen man.
('t wie in paed oer 't iis, dêr't er in pryster tsjin kaem)
Het was een weg
en het was geen weg.
Daar kwam ik een man tegen.
Het was een man
en het was geen man.
('t wie in paed oer 't iis, dêr't er in pryster tsjin kaem)
Beschrijving
Raadsel:
Ik was op de weg.
Het was een weg
en het was geen weg.
Daar kwam ik een man tegen.
Het was een man
en het was geen man.
(een pad over het ijs, waar hij een priester tegenkomt)
Ik was op de weg.
Het was een weg
en het was geen weg.
Daar kwam ik een man tegen.
Het was een man
en het was geen man.
(een pad over het ijs, waar hij een priester tegenkomt)
Bron
Collectie Jaarsma, verslag 1119, verhaal 25 (archief MI)
Commentaar
24 juli 1974
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:21