Hoofdtekst
30b. Het Ouwelputje van Appingedam, iets over te vernemen in het Museum Appingedam
Er waren eens drie mannen die tijdens een inbraak in de grote kerk midden in A. alles van goud en zilver stalen, oa. een gouden beker met daarin drie heilige ouwels. Die ouwels waren bijzonder kostbaar, maar daar gaven de dieven niet om. Ze geloofden niet in heilige ouwels. Wat deden ze ermee? Ze gooiden de ouwels weg, in een diepe sloot, een eindje buiten A. En toen geschiedde er een wonder. Uit de sloot kwam een helder groot licht, drie nachten achter elkaar. Dat licht scheen vanaf de ouwels. Toen de mensen dat zagen, visten ze vol eerbied de heilige ouwels uit de diepe sloot en brachten deze in een heilige processie terug naar de grote kerk in A. Maar wat mooi was, het water in de diepe sloot was nu ook heilig geworden.
De plek leek al snel op een bedevaartsoord. Iedereen die iets had, een ernstige ziekte of zo, ging erheen, en o[m een?] wonder, door de aanraking met het water genas men meteen. Geen Jomanda voor nodig. Jaren duurde dit wonder. Men bouwde zelfs een kerkje boven de Heilige Sloot en men noemde deze de Kapel van het Heilige Graf. In dat kerkje maakte men het ouwelputje en een ieder dat wilde kon er het geneeskrachtige water uithalen en mee naar huis nemen, tegen betaling natuurlijk. Een voor waarde was erbij, men moest geloven in de kracht van het water, anders had het geen zin. Op den duur raakte de plek in verval en het geloof in het heilige water eveneens. En zo komt het dat van het ouwelputje niet veel meer over is. Alleen het verhaal blijft.
Er waren eens drie mannen die tijdens een inbraak in de grote kerk midden in A. alles van goud en zilver stalen, oa. een gouden beker met daarin drie heilige ouwels. Die ouwels waren bijzonder kostbaar, maar daar gaven de dieven niet om. Ze geloofden niet in heilige ouwels. Wat deden ze ermee? Ze gooiden de ouwels weg, in een diepe sloot, een eindje buiten A. En toen geschiedde er een wonder. Uit de sloot kwam een helder groot licht, drie nachten achter elkaar. Dat licht scheen vanaf de ouwels. Toen de mensen dat zagen, visten ze vol eerbied de heilige ouwels uit de diepe sloot en brachten deze in een heilige processie terug naar de grote kerk in A. Maar wat mooi was, het water in de diepe sloot was nu ook heilig geworden.
De plek leek al snel op een bedevaartsoord. Iedereen die iets had, een ernstige ziekte of zo, ging erheen, en o[m een?] wonder, door de aanraking met het water genas men meteen. Geen Jomanda voor nodig. Jaren duurde dit wonder. Men bouwde zelfs een kerkje boven de Heilige Sloot en men noemde deze de Kapel van het Heilige Graf. In dat kerkje maakte men het ouwelputje en een ieder dat wilde kon er het geneeskrachtige water uithalen en mee naar huis nemen, tegen betaling natuurlijk. Een voor waarde was erbij, men moest geloven in de kracht van het water, anders had het geen zin. Op den duur raakte de plek in verval en het geloof in het heilige water eveneens. En zo komt het dat van het ouwelputje niet veel meer over is. Alleen het verhaal blijft.
Onderwerp
SINLEG 0211 - Die Hostie wird im Boden gefunden.   
Beschrijving
Drie mannen stelen uit de Grote Kerk in Appingedam o.a. een gouden beker met drie ouwels. Ze vinden de ouwels waardeloos en gooien ze in een sloot. Uit de sloot komt drie nachten een helder licht vanaf de ouwels. De mensen brengen ze, vol eerbied, terug naar de kerk. Het water in de sloot is nu ook heilig en mensen gaan er heen voor genezing van ziekten.
Bron
Nazending n.a.v. een eerdere ingezonden digitale DOC Volksverhalenvragenlijst via www.volksverhalen.nl
Commentaar
26 mei 2007
Die Hostie wird im Boden gefunden & SINLEG 0023. Lichterscheinungen
Naam Overig in Tekst
Ouwelputje   
Jomanda   
Heilige Sloot   
Kapel van het Heilige Graf   
Museum Appingedam   
Naam Locatie in Tekst
Appingedam   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:22