Hoofdtekst
Er komt een kerel bij de kastelein en die zegt:
"Geef mij een borreltje."
Die vent wiegt al maar heen en weer.
De kastelein zegt: "Kerel, sta toch stil."
"Dat ken ik niet. Ik heb 25 jaar paard gereden en ik heb nog steeds de galop in mijn benen."
Kastelein zegt: "Ik ben 25 jaar getrouwd, maar ik sta toch ook niet zó voor de toonbank? [schudt naar voren heen en weer]
(J. Baanen, verslag no. B65-1250)
"Geef mij een borreltje."
Die vent wiegt al maar heen en weer.
De kastelein zegt: "Kerel, sta toch stil."
"Dat ken ik niet. Ik heb 25 jaar paard gereden en ik heb nog steeds de galop in mijn benen."
Kastelein zegt: "Ik ben 25 jaar getrouwd, maar ik sta toch ook niet zó voor de toonbank? [schudt naar voren heen en weer]
(J. Baanen, verslag no. B65-1250)
Beschrijving
Een man in een café staat voortdurend heen en weer te wiegen: hij heeft jarenlang paard gereden en kan niet meer stilstaan. De barman zegt dat hij jarenlang getrouwd is, maar dat hij toch ook niet heen en weer staat te schudden.
Bron
Verslag B65-1250 (archief Jaarsma, Meertens Instituut)
Commentaar
ca. 1970
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:21