CJ084904

Yn 'e Koaten preke al ris in doomny sa bêst, dat de froulju sieten hast allegear to snokken.
Doe't er amen sprutsen hie, sei er: "Jullie kunnen 't geloven, maar ik geloof het niet."
En hy woarde koekoopman. (Dit fortelde mem)

Een dominee preekte zo goed, dat alle vrouwen zaten te snikken. Toen hij 'amen' had gezegd, zei hij: "Jullie kunnen het geloven, maar ik geloof het niet." En hij werd koekoopman.

Corpus Jaarsma, verslag 849, verhaal 4

9 juli 1971

Koaten    Koaten   

2013-03-01 14:46:21