Hoofdtekst
RK: "Ik weet niet of jij Neale Donald Walsch kent, een Amerikaanse schrijver, Een Ongewoon Gespek met God?"
TM: "Ja, dat boek zie ik steeds staan. Ik heb er zelfs in de boekhandel stukjes in staan lezen."
RK: "En, interessant?"
TM: "Ja, ik denk... nou, het kwam op mij een beetje onecht over. Ik dacht: ja, deze dialoog heeft deze meneer gewoon zelf... ja, dat is leuk dat 'ie dat verzonnen heeft. Dit is natuurlijk niet ècht een dialoog met God."
RK: "Heb ik die lichtbollen zelf ook verzonnen?"
TM: "Ja, dat weet ik niet. In jouw beleving... jij... ja..."
RK: "O, wacht, je twijfelt er nog aan! O wacht! Hohohoho!"
TM: "Haselhoff zegt: dit is de reflectie van een stofje in combinatie met een flitslamp."
RK: "Nou, daar komt 'ie dan nog wel een keer op terug."
TM: "Maar goed, okee. Dus jij gelooft dat, dus..."
RK: "Nee, ik wéét het."
TM: "...in ieder geval: voor jou is het waar. Okee, daar wou ik het ook nog over hebben."
RK: "Geloven is één, weten is twee."
TM: "Wat is het verschil... Wat weet je en wat geloof je?"
RK: "Weten is zekerheid. En geloof is, als het ware: het zou kunnen zijn. Dat is mijn verschil, denk ik."
TM: "Maar dat van die lichtbollen, dat wéét je? Dat is geen...?"
RK: "Ik zie ze!! Dat is voor mij... Uh, is het voor jou weten of geloven dat ik hier zit?"
TM: "Ja, dat is weten."
RK: "Voor mij is een lichtbol precies hetzelfde."
TM: "Ja, okee. Maar ook dat van uh... dat het eventueel zielen zijn of entiteiten uit de kosmos, dat is voor jou ook weten, of is dat méér een kwestie van geloven?"
RK: "Uhhh."
TM: "Of heel erg geloven, grenzend aan weten."
RK: "Voor mij is het weten, denk ik. Maar ik sta er nooit zo bij stil. Ik denk van: nou, ik weet dat het entiteiten zijn, ik weet dat het zielen kunnen zijn, ik weet... Ja, ik weet het gewoon, als het ware. Ik gelóóf dat graancirkels soms ook nep kunnen zijn, maar ja... Ik weet dat ze nep en echt zijn. Ja, ik heb het hele stadium van wat jij nu hebt, heb ik al doorgemaakt, dus. Ik ben als het ware... ja, dat tijdsverloop heb ik al voor dat een heel stuk gehad."
TM: "Ik kan natuurlijk niet garanderen dat ik nog verder kom dan dit. Dat weet je niet."
RK: "Je kan groeien en je kan dalen."
TM: "Ja, en je kan ook stil blijven staan."
RK: "Dat gaat heel moeilijk. Je zakt altijd iets, of daalt altijd iets."
(Interview op 9 april 2002 gehouden te Amsterdam)
TM: "Ja, dat boek zie ik steeds staan. Ik heb er zelfs in de boekhandel stukjes in staan lezen."
RK: "En, interessant?"
TM: "Ja, ik denk... nou, het kwam op mij een beetje onecht over. Ik dacht: ja, deze dialoog heeft deze meneer gewoon zelf... ja, dat is leuk dat 'ie dat verzonnen heeft. Dit is natuurlijk niet ècht een dialoog met God."
RK: "Heb ik die lichtbollen zelf ook verzonnen?"
TM: "Ja, dat weet ik niet. In jouw beleving... jij... ja..."
RK: "O, wacht, je twijfelt er nog aan! O wacht! Hohohoho!"
TM: "Haselhoff zegt: dit is de reflectie van een stofje in combinatie met een flitslamp."
RK: "Nou, daar komt 'ie dan nog wel een keer op terug."
TM: "Maar goed, okee. Dus jij gelooft dat, dus..."
RK: "Nee, ik wéét het."
TM: "...in ieder geval: voor jou is het waar. Okee, daar wou ik het ook nog over hebben."
RK: "Geloven is één, weten is twee."
TM: "Wat is het verschil... Wat weet je en wat geloof je?"
RK: "Weten is zekerheid. En geloof is, als het ware: het zou kunnen zijn. Dat is mijn verschil, denk ik."
TM: "Maar dat van die lichtbollen, dat wéét je? Dat is geen...?"
RK: "Ik zie ze!! Dat is voor mij... Uh, is het voor jou weten of geloven dat ik hier zit?"
TM: "Ja, dat is weten."
RK: "Voor mij is een lichtbol precies hetzelfde."
TM: "Ja, okee. Maar ook dat van uh... dat het eventueel zielen zijn of entiteiten uit de kosmos, dat is voor jou ook weten, of is dat méér een kwestie van geloven?"
RK: "Uhhh."
TM: "Of heel erg geloven, grenzend aan weten."
RK: "Voor mij is het weten, denk ik. Maar ik sta er nooit zo bij stil. Ik denk van: nou, ik weet dat het entiteiten zijn, ik weet dat het zielen kunnen zijn, ik weet... Ja, ik weet het gewoon, als het ware. Ik gelóóf dat graancirkels soms ook nep kunnen zijn, maar ja... Ik weet dat ze nep en echt zijn. Ja, ik heb het hele stadium van wat jij nu hebt, heb ik al doorgemaakt, dus. Ik ben als het ware... ja, dat tijdsverloop heb ik al voor dat een heel stuk gehad."
TM: "Ik kan natuurlijk niet garanderen dat ik nog verder kom dan dit. Dat weet je niet."
RK: "Je kan groeien en je kan dalen."
TM: "Ja, en je kan ook stil blijven staan."
RK: "Dat gaat heel moeilijk. Je zakt altijd iets, of daalt altijd iets."
(Interview op 9 april 2002 gehouden te Amsterdam)
Onderwerp
SINLEG 0023 - Lichterscheinungen   
Beschrijving
De verteller ziet lichtbollen. Hij weet dat ze graancirkels maken, en dat het buitenaardse entiteiten zijn. Het is voor hem geen kwestie van geloven, maar van weten.
Bron
Interview op 9 april 2002 gehouden te Amsterdam (bandopname archief Meertens Instituut)
Commentaar
9 april 2002
Lichterscheinungen
Naam Overig in Tekst
Neale Donald Walsch   
Amerikaan   
Een Ongewoon Gespek met God   
Eltjo Haselhoff   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:21