Hoofdtekst
Keesje wou niet naar school toegaan of hij moest gedragen of gekruijen worden in een wagentje.
Toen ging men naar de hond.
"Hond, wil je Keesje bijten, want Keesje wil niet naar school toegaan of hij moet gedragen of gekruijen worden in een wagentje."
"Neen," zei de hond.
Toen ging men naar de stok.
"Stok, wil je de hond eens slaan, want de hond wil Keesje niet bijten en Keesje wil niet naar school toegaan of hij moet gedragen of gekruijen worden in een wagentje."
"Neen," zei de stok.
Toen ging men naar het vuur.
"Vuur, wil je stokken branden, want de stok wil de hond niet slaan, de hond wil Keesje niet bijten en Keesje wil niet naar school toegaan of hij moet gedragen of gekruijen worden in een wagentje."
"Neen," zei het vuur.
Toen ging men naar het water.
"Water, wil je het vuur eens blusschen, want het vuur wil de stok niet branden, de stok wil de hond niet slaan, de hond wil Keesje niet bijten en Keesje wil niet naar school toegaan of hij moet gedragen of gekruijen worden in een wagentje."
"Neen," zei het water.
Toen ging men naar de os.
"Os, wil je het water opzuipen, want het water wil het vuur niet blusschen, het vuur wil de stok niet branden, de stok wil de hond niet slaan, de hond wil Keesje niet bijten en Keesje wil niet naar school toegaan of hij moet gedragen of gekruijen worden in een wagentje."
"Neen," zei de os.
Toen gingen zij naar de man.
"Man, wil je de os slaan, want de os wil geen water zuipen, het water wil het vuur niet blusschen, het vuur wil de stok niet branden, de stok wil de hond niet slaan, de hond wil Keesje niet bijten en Keesje wil niet naar school toegaan of hij moet gedragen of gekruijen worden in een wagentje."
"Neen," zei de man.
Toen gingen zij naar de galg.
"Galg, wil je de man hangen, de man wil de os niet slaan, de os wil geen water zuipen, het water wil het vuur niet blusschen, het vuur wil de stok niet branden, de stok wil de hond niet slaan, de hond wil Keesje niet bijten en Keesje wil niet naar school toegaan of hij moet gedragen of gekruijen worden in een wagentje."
"Neen," zei de galg.
Toen gingen zij naar de mol.
"Mol, wil je de galg afknabbelen, want de galg wil de man niet hangen, de man wil de os niet slaan, de os wil geen water zuipen, het water wil het vuur niet blusschen, het vuur wil de stok niet branden, de stok wil de hond niet slaan, de hond wil Keesje niet bijten en Keesje wil niet naar school toegaan of hij moet gedragen of gekruijen worden in een wagentje."
"Ja," zei de mol.
Toen ging de mol naar de galg, de galg naar de man, de man naar de os, de os naar het water, het water naar het vuur, het vuur naar de stok, de stok naar de hond en de hond naar Keesje en Keesje ging op een duivelsdrafje naar school.
Toen ging men naar de hond.
"Hond, wil je Keesje bijten, want Keesje wil niet naar school toegaan of hij moet gedragen of gekruijen worden in een wagentje."
"Neen," zei de hond.
Toen ging men naar de stok.
"Stok, wil je de hond eens slaan, want de hond wil Keesje niet bijten en Keesje wil niet naar school toegaan of hij moet gedragen of gekruijen worden in een wagentje."
"Neen," zei de stok.
Toen ging men naar het vuur.
"Vuur, wil je stokken branden, want de stok wil de hond niet slaan, de hond wil Keesje niet bijten en Keesje wil niet naar school toegaan of hij moet gedragen of gekruijen worden in een wagentje."
"Neen," zei het vuur.
Toen ging men naar het water.
"Water, wil je het vuur eens blusschen, want het vuur wil de stok niet branden, de stok wil de hond niet slaan, de hond wil Keesje niet bijten en Keesje wil niet naar school toegaan of hij moet gedragen of gekruijen worden in een wagentje."
"Neen," zei het water.
Toen ging men naar de os.
"Os, wil je het water opzuipen, want het water wil het vuur niet blusschen, het vuur wil de stok niet branden, de stok wil de hond niet slaan, de hond wil Keesje niet bijten en Keesje wil niet naar school toegaan of hij moet gedragen of gekruijen worden in een wagentje."
"Neen," zei de os.
Toen gingen zij naar de man.
"Man, wil je de os slaan, want de os wil geen water zuipen, het water wil het vuur niet blusschen, het vuur wil de stok niet branden, de stok wil de hond niet slaan, de hond wil Keesje niet bijten en Keesje wil niet naar school toegaan of hij moet gedragen of gekruijen worden in een wagentje."
"Neen," zei de man.
Toen gingen zij naar de galg.
"Galg, wil je de man hangen, de man wil de os niet slaan, de os wil geen water zuipen, het water wil het vuur niet blusschen, het vuur wil de stok niet branden, de stok wil de hond niet slaan, de hond wil Keesje niet bijten en Keesje wil niet naar school toegaan of hij moet gedragen of gekruijen worden in een wagentje."
"Neen," zei de galg.
Toen gingen zij naar de mol.
"Mol, wil je de galg afknabbelen, want de galg wil de man niet hangen, de man wil de os niet slaan, de os wil geen water zuipen, het water wil het vuur niet blusschen, het vuur wil de stok niet branden, de stok wil de hond niet slaan, de hond wil Keesje niet bijten en Keesje wil niet naar school toegaan of hij moet gedragen of gekruijen worden in een wagentje."
"Ja," zei de mol.
Toen ging de mol naar de galg, de galg naar de man, de man naar de os, de os naar het water, het water naar het vuur, het vuur naar de stok, de stok naar de hond en de hond naar Keesje en Keesje ging op een duivelsdrafje naar school.
Onderwerp
AT 2030J - A Disobedient Boy   
ATU 2030 - The Old Woman and her Pig.   
Beschrijving
Gang naar hond, stok, vuur, water, os, man, galg en tenslotte mol om Keesje naar school te krijgen. Laatste vraag:
"Mol, wil je de galg afknabbelen, want de galg wil de man niet hangen, de man wil de os niet slaan, de os wil geen water zuipen, het water wil het vuur niet blusschen, het vuur wil de stok niet branden, de stok wil de hond niet slaan, de hond wil Keesje niet bijten en Keesje wil niet naar school toegaan of hij moet gedragen of gereden worden in een wagentje."
"Mol, wil je de galg afknabbelen, want de galg wil de man niet hangen, de man wil de os niet slaan, de os wil geen water zuipen, het water wil het vuur niet blusschen, het vuur wil de stok niet branden, de stok wil de hond niet slaan, de hond wil Keesje niet bijten en Keesje wil niet naar school toegaan of hij moet gedragen of gereden worden in een wagentje."
Bron
Collectie Boekenoogen (archief Meertens Instituut)
Commentaar
29 maart 1892
A Disobedient Boy
Naam Overig in Tekst
Keesje   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:22