Hoofdtekst
Daar was een mannetje niet goed wijs,
Hij bouwde zijn huisje op het ijs
Maar tusschen dooijen en vrieszen,
Toen moest hij zijn huisje verlieszen.
Hij had een wijf
Die heet stokstijf,
Hij had een kind,
Die was bemind.
Wel-verblijd heet zijn meid,
Wel-verbrecht heet zijn knecht,
Houtdrager heet zijn wagen,
Vlassehaartje heet zijn paardje,
Boe, boe, zeide zijn koe,
Dikdalf heet zijn kalf.
Raap heet zijn schaap,
Witte veren draagt zijn zwaan,
Kukelekaan zeide zijn haan,
Kirrekik zeide zijn kip,
's Avonds in de vogelekooi
's Morgens in een mandje hooi.
Hij bouwde zijn huisje op het ijs
Maar tusschen dooijen en vrieszen,
Toen moest hij zijn huisje verlieszen.
Hij had een wijf
Die heet stokstijf,
Hij had een kind,
Die was bemind.
Wel-verblijd heet zijn meid,
Wel-verbrecht heet zijn knecht,
Houtdrager heet zijn wagen,
Vlassehaartje heet zijn paardje,
Boe, boe, zeide zijn koe,
Dikdalf heet zijn kalf.
Raap heet zijn schaap,
Witte veren draagt zijn zwaan,
Kukelekaan zeide zijn haan,
Kirrekik zeide zijn kip,
's Avonds in de vogelekooi
's Morgens in een mandje hooi.
Onderwerp
AT 2010 I A - The Animals with Queer Names   
ATU 2010IA - The Animals with Peculiar Names   
Beschrijving
Een mannetje bouwt zijn huis op ijs; hij heeft een vrouw Stokstijf, een bemind kind, een meid, een knecht, een wagen, een paardje, een koe, een kalf, een schaap, een zwaan, een haan en een kip.
Bron
Collectie Boekenoogen (archief Meertens Instituut)
Commentaar
20 maart 1894
The Animals with Queer Names
Naam Overig in Tekst
Stokstijf   
Wel-verblijd   
Wel-verbrecht   
Houtdrager   
Vlassehaartje   
Dikdalf   
Raap   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:22