Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

EFF200302

Een sprookje (mondeling), zaterdag 26 april 2003

Leonardo_Diffusion_XL_a_realistic_photograph_of_an_older_Wedne_0.jpg
926.jpg
927.jpg

Hoofdtekst

Ik ga voor jullie een verhaal vertellen, en dat verhaal speelt zich af in een huis dicht bij een kasteel. En dat kan overal geweest zijn, want niemand weet eigenlijk precies waar dat huis en waar dat kasteel, waar dat stond. Het stond in een land, ongetwijfeld. Maar in dat huis daar woonden drie vrouwen, drie oervrouwen. En alledrie waren ze grijs, alledrie waren ze oer- en oerlelijk met een gerimpeld gezicht, een haakneus en een dikke zwarte pukkel. En alledrie deze vrouwen die waren...? Wat zeg je?
[Jongen in publiek moet antwoorden. Ouder souffleert jongen:] "Heksen."
Heks, ja, goed zo. Alledrie deze vrouwen waren heks. Nooit kwamen ze buiten. De luiken van de ramen waren altijd gesloten. De deur zat altijd op slot. Nog nooit had ook maar iemand ze gezien. En toch keken deze vrouwen wel naar de mensen. Want in de vloer van hun balkonnetje, daar zat een heel klein gaatje, zodat ze onopgemerkt konden zien wie er beneden langs het huis liep.
Op een dag lag de oudste heks languit op het balkon naar beneden te loeren. En ze zag een knappe, slanke, goedgeklede, intelligent uitziende, welbespraakte, blonde, blauwogige, nou ja... ze zag een mooie jongeman aankomen. En omdat de oudste heks wilde trouwen, zou ze die wel eens even gaan betoveren. Snel liep ze naar binnen, en ze pakte een half dode en een half levende naaktslak. Die stak ze in haar mond en die begon ze te kauwen met de enige tand die daar nog zat. Daarna nam ze een slok stierenbloed, en met een mond vol slakkendrab liep ze terug naar het balkon. En precies op het moment dat de jongeman onderdoor liep...
Ffffft!
Precies, precies, precies op de hand van de jongeman.
"Eèhhhh! Getverdemme! Eèehhh. Is dat van jou? Getverdemme. Moet je kijken."
[Meisje in publiek:] "Ziet er vies uit."
"Ja. Zooo... [ruikt aan hand] Oh! Hé! Haha! Wat ruikt dat lekker. Ah. Ahhhh! Dat moet vast van een heel mooi, jong meisje zijn. Ik zal het eens vragen bij dat huissie. Hallo, hallo. Woont er hier misschien ook een heel mooi, jong meisje?"
En ondertussen was de oudste heks naar beneden gelopen, en ze stond achter de deur te luisteren.
"Jazeker. Er wonen er hier drie!"
"Drie? Dan, dan... dan zou ik u willen vragen. Zoudt u het meisje, van wie ik dit heerlijk ruikende kado heb gekregen, zou u haar voor mij willen roepen? Ik wil haar zien."
"Uh, dat is volstrekt on-mogelijk. In deze deftige familie krijgt de man het meisje pas te zien na de huwelijksplechtigheid."
"Na de huwelijksplechtigheid? Maar, maar, maar dan moet ze wel héél erg mooi zijn. Weet u wat? Vertelt u haar dan maar dat ik beslist met haar wil trouwen. Ik wil het alleen eerst nog aan mijn ouders vertellen."
En na die woorden, spoedde de jongeman, die - hoe kan het ook anders, zou je zeggen, in verhalen als deze - die niemand anders was dan de zoon van de koning, zich terug naar het kasteel. Toen hij aan zijn ouders vertelde dat hij wilde trouwen, reageerden die zoals alle ouders tegenwoordig reageren.
"Maar jongen, hoe kun je dat nou toch doen? Trouwen met een meisje dat je nog helemaal niet kent? Ennuh, ze moet straks wel koningin worden."
En zijn moeder zei: "Jongen, hoe kun je dat nou toch doen? Trouwen met een meisje dat je nog nooit hebt gezien? Misschien is ze wel oerlelijk. En ze moet straks wel koningin worden."
Maar de jonge prins was doof, stom en blind voor de argumenten van zijn ouders. De volgende dag stond 'ie weer bij het huis van de drie heksen.
"Hé, oma! Zeg uh, grootmoeder, is het misschien mogelijk - al is het maar voor héél héél even - dat ik toch een klein stukje van de schoonheid van uw kleindochter te zien krijg. Een heel klein stukje, heel klein."
"Uh, dat is volstrekt on-mo-gelijk. Vandaag gaat dat in ieder geval niet. Kom morgen nog maar eens terug, en dan zien we wel weer."
En na die woorden droop de jonge prins af met zijn hoofd tussen z'n schouders, terug naar het kasteel.
Maar de heksen, die gingen die middag aan het werk. Toen er die middag een jonge hond tegen hun gevel pieste, trokken ze het beest aan zijn staart naar binnen. Ze sneden zijn piemel d'r af en stopten die in een pot met kokende melk. Na twee uur koken was het slappe geval al zijn haren kwijt, en had het een prachtige, blanke, maagdelijke kleur. Het slappe gevalletje werd uit de pot kokende melk gehaald [maakt gebaar van vel dat over een pink wordt getrokken] en met een paar stevige rukken werd het vel strak naar achteren getrokken, en van een gedroogde worm werd een nagel geknipt, die werd geplakt en gelakt. En uiteindelijk, om het kunstwerkje af te maken, werd het toverwerkje van de drie heksen besprenkeld met een druppeltje heerlijk geurende parfum. En zo werd, wat eens de trots van een hond was, de pink van een huwbare dame.
En de volgende dag, toen de jonge prins aan de deur van de drie heksen verscheen, staken de heksen het toverwerkje door het sleutelgat naar buiten.
"Uh, kijk maar naar beneden naar het sleutelgat. Dat is alles wat je vandaag te zien krijgt."
En toen de jongen de pink van zijn aanstaande bruid zag, toen zakte hij door zijn knieën en raakte in alle staten.
"Wat mooi! Wat een prachtige kleur! En ahhh, wat ruikt dat lekker. En het is ook zo zacht. Dit, dit kan ik niet ongekust laten. Smak, smak, smak, smak, smak, smak, [neemt de pink kort in zijn mond] hmmmmm... Voor jou, mijn aanstaande bruid, heb ik een ring als symbool voor mijn trouw. Morgen wil ik je zien. Morgen word je mijn vrouw."
En de volgende dag zat de kerk vol hoogwaardigheidsbekleders. [Vraagt aan jongen:] Weet je wat hoogwaardigheidsbekleders zijn?
[Jongen:] "Nee."
Dat is een leuk woord voor Galgje. Hoogwaardigheidsbekleders, hoogwaardigheidsbekleders, dat zijn dure mannen met dikke buiken, deftige dames met valse wimpers, valse haren, valse nagels en valse voorgevels. Jaja, ook in die tijd waren ze daar al druk mee bezig. En precies om twaalf uur stond de jonge prins te wachten bij het altaar en trad de heks, vergezeld door haar twee zusters - aan iedere arm één - de kerk in. Gehuld in een prachtige witte trouwjurk, haar gezicht bedekt met zeven dichte sluiers. En nadat het stel mekaar het jawoord had gegeven, wilde de jonge prins nu eindelijk het gezicht van zijn bruid zien. Hij pakte de sluiers beet, wilde ze optillen, maar op dat moment sprong één van de zussen tussenbeide.
"Uh, dat is volstrekt on-mogelijk. In deze deftige familie krijgt de bruidegom zijn bruid pas te zien, als ze helemaal alleen zijn. Dus je zult moeten wachten tot na het feest."
En gefeest werd er in die tijd. Tot groot ongenoegen van de jonge prins. Niet zo als tegenwoordig eventjes snel naar het stadhuis, en nog sneller naar de kerk, en 's avonds uit je dak met een feestje en een bandje. Nee, drie dagen en drie nachten werd er gedanst, gefeest, gezongen, gedronken, gekletst. Dit tot groot ongenoegen van de jonge prins, die alsmaar moest wachten op de aanblik van zijn schoonheid.
Maar eindelijk, eindelijk na drie dagen, toen alle gasten waren opge... uh, vertrokken, vertrokken, was het voor de jonge prins tijd om de schoonheid van zijn bruid te aanschouwen. En als een echte prins tilde hij haar op. Hij droeg haar over de drempel van het slaapvertrek, legde haar neer op het hemelbed, liep snel een rondje, ging er naast liggen, en langzaam tilde hij één voor één de sluiers van haar gelaat. Dit was het moment waar de jonge prins vier dagen op had gewacht. Alleen, na de derde sluier te hebben opgetild, begon hij zich al enigszins ongemakkelijk [te voelen]. Om er na de vierde en de vijfde sluier... begon hij zich ook al het één en ander af te vragen. Om er na de zesde en zevende sluier achter te komen, dat 'ie niet was getrouwd met een bloedmooi jong meisje, maar met een lelijke oude heks.
"Wat? Wat is dat? Jij, jij bent helemaal geen mooi jong meisje! Jij bent een lelijke oude taart! Ik ik ik zal je!"
De jonge prins pakte de heks bij kop men kont en hij smeet haar uit het raam. De heks slaakte een gil, viel naar beneden, en net voordat ze te pletter zou slaan, bleef ze met haar nachthemd hangen aan een tak.
"Uh, oh, help, help, ik zit vast. Ik ik ik kom niet los. Ik zit vast met m'n nachthemd aan aan aan die tak."
Op dat moment - hoe kan het ook anders, zou ik haast zeggen, in verhalen als deze - op dat moment kwam er een goede fee. En die goede fee, dames en heren, jongens en meisjes, nou ik heb echt niks tegen goeie feeën, maar dit was echt zo'n Walt Disney goeie fee. Je weet wel, van die weeïge feeën. Die lopen ook niet, die zweven zo'n beetje halfwas boven de grond. Van die feeën waar je helemaal weeïg van wordt in je buik, alsof je een heel pak stroopwafels in drie seconden hebt op moeten eten. En dan met zo'n vitrage-jurk, met zo'n kroontje, en dan zo'n toverstaf bij d'r met zo'n ster-re-tje d'r op... Bèhhh.
En ze praten ook altijd zo: "Halloooooh... Huh... Wat ben je aan het doen?"
"Hè, ik? Ik ik ik zit vast. Met mijn nachthemd aan die tak... Ik ik ik kom niet los..."
"Huhhuhhuh, wat een grappig gezicht. Ben je... ben je ook een fee?"
"Uh, ja, ja. Nee, ja, nee, nee, nee... Eigenlijk niet. Ik, ik ben een heks. Een oude heks... die dolgraag wilde trouwen met een mooie jonge man. Daarom had ik de prins betoverd. Maar ja, het ging niet goed. En nu hang ik hier... als oude heks."
"Je bent misschien wel oud en lelijk. Maar ik kan zien dat je een goed hart hebt. En daarom zal ik drie wensen voor je doen. Ik wens dat je morgenochtend, als de zon opkomt, weer een jong en mooi meisje zult zijn. En ik wens dat je een man zult vinden, die zijn hele leven bij je blijft. En ik wens dat de jonge prins voortaan alles is vergeten van wat er is gebeurd."
En na die drie wensen verdween de fee weer terug naar Disneyland. En de volgende morgen, toen de jonge prins wakker was geworden, en uit zijn raam keek, zag hij daar dus niet een lelijke oude taart hangen. Nee, daar hing dus een bloedmooi jong meisje. Snel liet hij zijn laken uit zijn raam, en hij hees zijn bruid weer terug de kamer in. Hij pakte haar vast, keek haar aan, hij vroeg haar om vergeving, en - zoals het hoort in verhalen als deze - die hem natuurlijk werd gegeven. Ze kusten mekaar en voor de tweede keer tilde hij haar op, legde haar neer op het hemelbed, liep een rondje, ging ernaast liggen. Hij streelde haar haren, daalde langzaam af naar het gebied van de heuvels en dalen, en enkele uren later bereikten die twee dan toch nog de hemelse zaligheid. En zo werden die twee dan toch nog man en vrouw. En zo leefden die twee nog lang en...
[Publiek:] "Gelukkig."
Gelukkig. Alleen, wat gebeurde er nu met die twee andere heksen? Want die hadden sinds de bruiloft niets meer van hun oudste zus vernomen. En na een week ging de middelste heks op bezoek bij het kasteel. En de middelste heks zag natuurlijk gelijk dat er aan de middelste heks heel wat was veranderd.
"Uh, zeg zuster: hoe komt het toch, dat jij er zo jong en mooi uitziet? En wat heb je met je gezicht laten doen?"
"Oh, gewoon. Ik heb m'n gezicht laten afschaven."
"Afschaven? Maar waar heb je dat dan laten doen?"
"Nou, hier in het dorp, bij de timmerman."
"Maar deed dat niet ongelooflijk veel pijn?"
"Jawel. Maar je weet toch wat ze zeggen? Wie mooi wil zijn, die moet pijn lijden."
En na haar bezoek ging de middelste heks direkt het dorp in, op zoek naar de zoon van de timmerman.
"Uh, je moet m'n gezicht afschaven."
"Uh, je gezicht afschaven? Zeg, hou eens op. Ben je niet goed bij je hoofd?"
"Ik geef je er vijf daalders voor."
"Nou ja, haha. Voor vijf daalders schaaf ik alles wat los en vast zit. Ga maar liggen op de werkbank."
De middelste heks ging liggen op de werkbank. De zoon van de timmerman pakte de schaaf, hij nam een aanloop en tsjak!
En de rest van dit verhaal is een erg bloederige aangelegenheid. En ik wil dan ook niet in details treden. Laat mij volstaan u te vertellen, dat de middelste heks is gestorven op de werkbank van de timmerman.
Na nog een week kwam ook de jongste heks op bezoek bij het kasteel. En wat er met haar is gebeurd, dames en heren, jongens en meisjes, nou daar kan ik, daar kan ik verhálen over vertellen! Dan zitten jullie hier morgen nog. Dus dat wou ik jullie niet aandoen. Dit was mijn verhaal. Dank je wel.
[Applaus]

Beschrijving

De oudste van drie heksen wil trouwen met de jonge prins. Zij betovert hem waardoor hij verliefd wordt zonder haar te hebben gezien. Uiteindelijk toont zij haar pink (met het vel van het geslachtsdeel van een hond) alsof het van een jong meisje is. In de kerk verschijnt zij met zeven sluiers. Daarna zijn er drie dagen feest, en pas daarna mag de prins zijn bruid zien. Als de sluiers verwijderd zijn, ziet hij dat ze een lelijke oude heks is, en hij werpt haar uit het raam. De heks blijft met haar nachthemd aan de tak van een boom hangen. Een fee doet drie wensen: de heks wordt weer jong, de prins zal altijd van haar houden, en hij zal vergeten wat er gebeurd is. Dit geschiedt: aan een laken haalt hij zijn bruid weer op en zij gaan met elkaar naar bed. De middelste heks komt op bezoek en wil weten hoe haar oudste zus er zo mooi uit kan zien. De zus vertelt dat ze haar gezicht heeft laten schaven bij de timmerman. De middelste zus laat dit doen en sterft. Over de jongste zus zijn zoveel verhalen, dat die nu niet allemaal verteld kunnen worden.

Bron

vertelling van Michel Damhuis (alias Michaelis Damhuiszoon) op de Elf Fantasy Fair 2003

Commentaar

26 april 2003
Zie onder Beeld voor twee foto's.

Naam Overig in Tekst

Disney    Disney   

Naam Locatie in Tekst

Disneyland    Disneyland   

Datum Invoer

2013-03-01 14:46:21