Hoofdtekst
Twee kinderen zijn aan het picknicken. Er is nog maar 1 koekje over.
Zegt het 1e kind tegen het 2e kind: "Zal ik hem doormidden breken?"
Zegt het 2e kind: "Nee hoor, ik eet hem zo wel op."
(Bron: Plus Keukenblad, 30 juni 2003)
Zegt het 1e kind tegen het 2e kind: "Zal ik hem doormidden breken?"
Zegt het 2e kind: "Nee hoor, ik eet hem zo wel op."
(Bron: Plus Keukenblad, 30 juni 2003)
Beschrijving
Twee kinderen zijn aan het picknicken. Er is nog maar 1 koekje over.
Zegt het 1e kind tegen het 2e kind: "Zal ik hem doormidden breken?"
Zegt het 2e kind: "Nee hoor, ik eet hem zo wel op."
Zegt het 1e kind tegen het 2e kind: "Zal ik hem doormidden breken?"
Zegt het 2e kind: "Nee hoor, ik eet hem zo wel op."
Bron
Plus Keukenblad, 30 juni 2003
Commentaar
30 juni 2003
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20