Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

HOEVEN01

Een personal narrative (mondeling), dinsdag 22 juli 2003

Hoofdtekst

TM: "Heeft u zelf wel eens een graancirkel op uw akker gehad?"
AR: "Nee."
TM: "Nooit. Maar wel bij buren bijvoorbeeld?"
AR: "Ja, bij... in de contreien waar ik woonde, en waar we direkt naar toe gaan, daar wel. Daar is het ieder jaar prijs."
TM: "Elk jaar?"
AR: "Ieder jaar prijs."
TM: "Hetzelfde veld?"
AR: "Nou, min of meer. Graan is wisselteelt [...]. Nee, maar wel in de contreien. In een heel klein gebiedje komt dat steeds terug, ja."
TM: "Ik neem aan dat de boer zelf ook altijd wel even naar die cirkel gaat kijken..."
AR: "Ja."
TM: "Worden er wel sporen van mensenwerk gevonden?"
AR: "Nee, ik ken mensen, die toch hoog opgeleid zijn en toch een boerderij hebben - want tegenwoordig zitten er ook veel jonge boeren, die zijn gewoon ingenieur, hè, die doen de hogere school en dan toch in dat vak, die er nog overblijven... maar dan parttime boeren, er zijn veel parttime boeren ook... toch vrij grote bedrijven. Ja, die zag ik toevallig 's zondags met een wandelwagentje en een babytje bij die graancirkel komen. Dus ik denk: die is ook aan het redeneren geweest, van uh... is het nou echt of niet echt? Is het echt geknakt? Dus die hebben plantkunde gehad op de hogere landbouwschool in Dronten of weet ik waar. Is het nou echt geknakt? Is het meer gedaan met een centerpunt en zo met een touw en een lat zo. Want de mens zit van alles bedenken om een verklaring te vinden. Net zo goed als jullie. Nee, nee, dat is er nog niet. Het geloof is er niet, maar de verklaring is er ook nog niet precies. En er zullen volgens mij wel eens - maar dat weet u beter als ik - d'r zullen wel verschillende plantkundige mensen naar gekeken hebben, hoe dat nou precies zit met dat... D'r zijn mensen die zeggen: ja, als ge het zelf plat maakt, dan is die gekwetst. Dan zou het kapot gaan. En dat schijnt dan ook weer niet te zijn. En dat houdt de mythe dan overeind."
TM: "Ja, het punt is wel dat plantkundigen eigenlijk meteen al van het idee uitgaan van: het is onzin: het wordt door mensen gemaakt. Dus dan hebben ze ook geen zin meer om het te gaan onderzoeken."
AR: "Ja, dat is slecht. Zo ben ik in mijn leven opgevoed. Dat is slecht. Ik zeg altijd: ik moet het eerst zelf... Dat is dan beperkt. Maar wij hebben natuurlijk veel ervaring - dat is niet om trots te zijn - maar ik ga niet zo gauw op de verhalen af van... Ik wil het zelf... En dan pas... en het geloof. Tenzij ik zelf een verklaring kan vinden, of ik kan zoiets betrappen op mensenwerk, ja, dan vind ik het een heel kwalijke zaak, hoor. En dan zou ik ook vooraanstaan om het mee te ontmaskeren. [...] Nee, want ik hou wel van lol en noem maar op, en van een grap, maar ik vind zoiets... Dat moet gewoon blootgelegd worden. Want zo ben ik dan wel."
TM: "Maar daarmee zegt u dus eigenlijk al: bewijs... ik heb dus nooit iemand kunnen betrappen, ik heb nooit bewijs gehad van..."
AR: "Nee, ik heb nooit iemand in de polder tegengekomen met een lange stok. Want ik denk: zou er dan nooit eens iemand geweest zijn, die 't 'm betrapt heeft? 's Morgens om vier uur of...? Want hier vermoeden ze allemaal dat het die Van den Broeke is. Nou nee, dat is ook niet zo. D'r zijn wel veel mensen die dan kijken, maar d'r is niemand die zegt: dat doet 'ie zo. Dat weten ze ook niet."
TM: "En u zei: elk jaar houden mensen zich er hier toch wel weer mee bezig. Omdat het elk jaar gebeurt."
AR: "Ja. En dan ligt er ergens een. En twee weken daarna, dan is er even verder weer een gekomen. Dat is dit jaar alweer gebeurd. En dat is dan een kilometer uit elkaar. Dus daarom houdt dat de mensen bezig. Mensen gaan er gewoon op letten. Zal er een liggen? Zal er bij mij een komen? Dus het leeft wel."
TM: "Dus ook onder de boeren is die discussie van: gaan we het dit jaar weer beleven...?"
AR: "Ja. En het gebeurt. En ik weet bijna steeds waar ergens: in welke omgeving."
TM: "En nou is het ook nog opvallend dat Hoeven meestal - althans de afgelopen jaren - de primeur heeft."
AR: "Ja, dat weet ik dus niet. Is dat zo?"
TM: "Ja, er is een database op internet. Soms begint het al met cirkels in gras hier in Hoeven. Maar de eerste in graan zijn ook meestal in Hoeven. Ik geloof de afgelopen vijf, zes jaar..."
AR: "Dat kan. Ja, ik vind het ook gek, want... zouden het buitenaardse wezens zijn, dan [...] lijkt het me ook sterk dat ze denken: nou, dan gaan we eerst maar naar Brabant."
TM: "Hahaha."
AR: "Nee, daarom. Hoe langer ik er over denk. Ik ben wel ongeloofwaardig als ik dat hoor. Ik had het er zondagavond ook nog over: kijk, als het wel zo zou zijn, zou het misschien ook nog wel beangstigend kunnen zijn. Want dan is er wel iets, wat hier geregeld komt en wat wij niet kennen en weten. Dat is gewoon beangstigend. Dan ben ik niet zo nuchter om te zeggen van... ik kom het nooit tegen... wie weet wat de volgende stap is."
TM: "Nou is het voor die gelovers inderdaad zo: als je gelooft dat het geen mensenwerk is, dan ìs het dus ook iets heel bijzonders."
AR: "Ja, maar bij mij komt nog steeds om de hoek, dat iemand dat doet. Totdat ik zelf ontdek, dat het... of deskundigen, dat het tegendeel bewezen is. En ik heb ook nog niemand op televisie gezien. Dat moet dan ook wereldkundig gemaakt worden. Dan zeg je: joh, waar die mensen mee bezig zijn, is puur kolder, daar bestaat niks van. Want laten we eens en vooral de wereld uit met die graancirkels, en ook de mensen van het land af die met die flauwekul bezig zijn... En controleer flink. Want dat wordt ook niet..."
TM: "Nee, dat is waar. [...] En de locale media, die besteden er ook elk jaar weer aandacht aan?"
AR: "Ja. Ja, ja, het staat geregeld weer in de regiokrant."
TM: "Hoe heet die regiokrant?"
AR: "BN-de Stem."
[...]
TM: "Een beetje sensatie."
AR: "Ja, daar bestaat de krant voor het grootste gedeelte uit. Te veel. [...] Dat is met de wereldpolitiek precies hetzelfde. Wat er in de krant staat met Blair en Bush, ja, daar kun je zelf wel van alles bij bedenken maar... De echte waarheid, die weten u en ikke niet, hoor! [...] Hoe het echt precies zit met Saddam Hoessein, nee, dat weten wij niet. D'r zijn d'r wel die het wèl weten, maar die houden de kaken stevig op elkaar. [...]"
TM: "En de locale tv, heeft die wel eens aandacht voor graancirkels?"
AR: "Nee, dat heb ik nog niet gezien. [...]"
TM: "En het zijn wel min of meer dezelfde akkers? Het is een bepaald gebied waar telkens weer..."
AR: "Ja. het is een bepaald gebied."
TM: "Nou bent u natuurlijk al uw leven lang boer geweest, en uw vader was het ook. Kent u dit fenomeen nou van vroeger?"
AR: "Nee. Nee. Ik ken het pas een jaar of zeven, acht, denk."
TM: "Een jaar of 7 à 8."
AR: "Ja. Nee, vroeger nooit van gehoord. Nooit van gehoord. D'r ging wel graan plat, dat te zwaar bemest was, of door een zware onweersbui, maar nooit zo'n cirkel. Dat is de natuur niet: die werkt grillig, maar nooit uh... En en dat is ook wel weer zo: als door het weer het graan plat gaat, dan richten die planten heel snel naar het licht. [...] Dat is eigenlijk de natuur van een plant. Dat ze snel naar het licht trekken. Ook als ze dicht op elkaar geplant worden: dan gaan ze niet over de grond kruipen, maar dan zoeken ze het licht op. En dat doen ze als ze als met een onweersbui of met een andere zware regenbui plat gaan; dan zie je na enkele dagen, dan richt het zich weer half op. Maar nou ben ik gisteren langs die graancirkel gereden met mijn vrouw - want toen zijn we langs die boerderij gefietst waar we gewoond hebben - [...] en toen lette ik erop: het ligt nog vrij plat, ja. [...] Als het niet geknakt is, richt de plant z'n eigen op. [...] Dat is de natuur: die vecht voor het leven."
TM: "Maar nu kan ik het me inderdaad voorstellen dat ze het één keer 's nachts platleggen, maar ik kan me niet voorstellen dat ze dat onderhouden om de zoveel dagen."
AR: "Nee, nee, ik ook niet. Dus in die zin houdt het me ook wel bezig. Net als ik zeg: ik geloof er niet in, maar ik heb er - net als ik daarstraks al zei - niet een verklaring voor om zo stellig te geloven. [...]"
TM: "Maar van uw vader heeft u nóóit gehoord over graancirkels."
AR: Nooit. Maar zodra ik zie dat er echt geknakt is, dat die planten echt gekneusd zijn, dan is voor mij alles voorbij. Dan weet ik dat mensen het gedaan hebben. Want dan is het mysterie eraf. Want dat kan iedereen: dat kan u, dat kan ik. Dus dan is het voorbij. In de tijd dat het weer ligt, dus vroeg volgend jaar - nu heb ik tijd - dan ga ik op mijn manier... [...] Ik vraag me wel eens af... De wetenschap is ook gekleurd hè? Dat is het nadeel, als het er gekleurd op staat, om dat een gezond oordeel te geven. [...] Zodra ik zie, dat het echt gekwetst is, gebroken of geknakt, dan is daar een vent of een vrouw aan de gang geweest. Dan is het voor mij voorbij."
TM: "Maar ja, dan zeggen de gelovers van: ja, dat gebeurt elk jaar. D'r zijn natuurlijk altijd mensen die graancirkels maken. Maar d'r blijft altijd een categorie cirkels over waar je dan weer geen verklaring bij hebt, en zoi blijf je altijd..."
AR: "Ja, zo houden ze die... daarom zijn het mythen en sagen. Daarom houden ze het heel lang overeind. Ja, het is misschien op zich niet onaardig, maar ze moeten van mij niet verlangen dat ik er in geloof."
TM: "[...] Wat is Robbert van den Broeke nu voor een jongen?"
AR: "Ja, ik ken hem... [wijst op zoon:] hij kent hem misschien beter."
Ad: "Ik heb ermee op... als misdienaar dienden we samen in de kerk. Toen was 'ie ook al een beetje op zijn eigen wereldje, een beetje apart. Apart van de rest van de groep, dan. In Hoeven kenden ze hem ook allemaal. Hij woont daar een beetje achteraf. Toen heb ik hem ook al zien fietsen. En toen ben ik hem achterna... toen heb ik m'n eigen kwaad gemaakt op die jongen. Want hij kwam met die cirkels an. Dat kwam toen op de Vijf Uurshow. Toen was het ook zo van: ach, hij is weer op de televisie, hoor. Hij heeft er weer een paar gemaakt, ging het dan zo. [...] Een paar weken geleden, toen stond 'ie zo in de polder, en toen stond 'ie zo te kijken met zijn fiets. Toen reed 'ie weer een stuk verder. Toen liep 'ie weer bij zijn fiets vandaan. Toen keek 'ie weer in het land. En toen ging 'ie weer de polder in. Dan een paar weken naderhand hoor je van: d'r is weer een cirkel. En dan zie je hem weer in het krantje, en dan weer... Het is allemaal rond hem. En nou zie ik hem wel eens in de bushalte zitten. Maar het blijft een rare, op-zijn-eigen figuur."
TM: "Maar ze zeggen dus wel: het is een hele intelligente jongen."
AR: "Dat zeggen ze ook: dat klopt. Maar wat ik in mijn leven geleerd heb, dat is dat als je super-intelligent bent, dat is op zich een probleem, want daar zijn ze al een hele tijd meer bezig geweest, een paar jaar terug om daar een aparte school voor te maken... Want ik ben blij dat hij niet zo super-intelligent is. Want hij zit op het kantje van: tegen het gekke aan. Nee, da's niet om gelukkig mee te zijn. [...] Hij schijnt diverse keren getest te zijn, natuurlijk. Want zijn ouders hebben ook wel zorgen gehad, van: ja, waar eindigt dit? Of: is het goed waar 'ie mee bezig is? Dat zou ik ook doen."
TM: "Zijn ouders hebben niet dezelfde ideeën over graancirkels en ufo's als hij?"
Ad: "Dat was ook in de Vijf Uurschow. Toen vertelde 'ie... Toen was ook zijn familie erbij, dus. Die vertelden ook, die hadden ook zoiets van...: ja, wij begrijpen hem ook niet. Want, ja, hij is helemaal bezeten en helemaal... Ja, het is een soort roeping, zegt hij dan. Van nee, dat komt bij mij - in zijn hoofd speelt dat allemaal af. De familie die daarmee geconfronteerd wordt, die heeft echt zoiets van... ze weten ook niet wat ze ermee moeten doen. Dat was toen dan, in het begin. Hoe het nou is, weet ik ook niet. Ze zullen wel iets hebben van, ja..."
AR: "Z'n ouders zitten nu eenmaal in die positie: die moeten er mee leven. [...] Ja, die positie... als je dat niet hebt meegemaakt, dan weet je dat niet, van die ouders... Maar ik heb toen wel eens gehoord, dat het op zich niet iets is om de wereld mee in te trekken van uh... nee. Nee, d'r moet wetenschappelijk bewijs zijn. En dat is er nog niet. En daarom is er ook heel veel dat ge moet geloven in het leven. [...] Wij willen wel tegenwoordig - en daarom is het met die geloven ook allemaal zo afgebrokkeld - wij willen eigenlijk overal een verklaring voor. Maar ik heb ook in mijn leven wel eens gelezen: 'Op de laatste vraag, krijg je nooit een antwoord'. D'r blijft altijd nog... en daarom is de mens zoekende. [...] Zo blijven er toch dingen, die nooit weerlegd worden. Maar daar zit ik dan ook niet mee, hoor. Je moet zoeken naar je positie in het leven, ook binnen dat geloof. Mijn geloof moet ook geen last om de nek zijn. Want dan is het helemaal niks. Maar voor de rest denk ik wel - om maar even bij het geloof te blijven - dat een goed mens zijn of een goed christen zijn niet zo gemakkelijk is, als men zegt. [...]"
TM: "En de vader van Robbert van den Broeke was bankdirekteur."
AR: "Die is bankdirekteur van de Rabobank ja."
TM: "En hij woont ook hier in de buurt."
AR: "Hij woont hier achter in de wijk, hè. [...]"
TM: "Goed, en Robbert die loop vaak door de akkers, en loopt dan te kijken, en dan weet je natuurlijk niet wat 'ie kijkt..."
AR: "Maar niemand heeft hem ooit betrapt op een kunstje."
TM: "En er komen ook volgens mij af en toe van heinde en verre gelovers of onderzoekers naar hem toe."
AR: "Ja. Nou niet meer, maar toen het begonnen is wel. Toen zat iedereen achter hem aan."
Ad: "Misschien wel gek gemaakt."
AR: "En ik heb het idee, ja, dat ge er zelf steeds meer in gaat geloven dat ge... dat 'ie gewoon een beetje opgefokt wordt."
TM: "Dat het geloof een beetje gevoed wordt door al die belangstelling."
Ad: "Ja, de media ook natuurlijk..."
AR: "Ja, zo gek is het een keer geweest, hoor. Dat 'ie zei tegen zijn ouders: kom eens kijken, de kozijnen van de ramen zijn geschroeid en de verf er afgebrand."

Onderwerp

TM 6002 - Cirkels in het graan    TM 6002 - Cirkels in het graan   

Beschrijving

In Hoeven verdenken boeren het medium Robbert van den Broeke om zelf de graancirkels te maken. Niemand heeft hem echter ooit kunnen betrappen. Hoeven heeft veelvuldig de primeur van de eerste graancirkel in Nederland. Het medium zegt te voorvoelen wanneer de graancirkels komen, en hij is vervolgens ook de eerste die ze vindt. Het medium was vroeger al een aparte, maar wel erg intelligente jongen. Hij fietst dag en nacht door de omgeving op zoek naar graancirkels. Hij ziet lichtbollen, en eens hebben die de verf van de kozijnen van het huis van zijn ouders geschroeid.

Bron

Interview te Hoeven, 22 juli 2003

Commentaar

22 juli 2003
Sprekers: Adriaan van der Riet, Ad van der Riet, Theo Meder.
Cirkels in het graan

Naam Overig in Tekst

Robbert van den Broeke    Robbert van den Broeke   

BN-De Stem    BN-De Stem   

Saddam Hussein    Saddam Hussein   

Vijf Uurshow    Vijf Uurshow   

Rabobank    Rabobank   

Naam Locatie in Tekst

Hoeven    Hoeven   

Dronten    Dronten   

Brabant    Brabant   

Blair    Blair   

Bush    Bush   

Datum Invoer

2013-03-01 14:46:21