Hoofdtekst
Ossaart
Mijn grootje vertelde, dat haar moeder op een laten avond van een doopfeest naar Grauw terugkeerde. Ze was meter geworden en de peter vergezelde haar. Toen ze op een landweg waren, waar wijd en zijd geen hoef te bekennen was, hoorden ze heel duidelijk een kind huilen. Angstig waren ze genoeg, maar ze gingen toch kijken. Daar lag in een droge sloot een kindje. Eerst wisten ze niet wat te doen, maar het meelij kreeg de overhand en het wichtje werd in het voorschoot gestopt.
Een eind verder sprong het kind eensklaps uit de schort; op het zelfde oogenblik was het in een man veranderd, die hen luid uitlachte. 't Was Ossaart en geen ander.
Mijn grootje vertelde, dat haar moeder op een laten avond van een doopfeest naar Grauw terugkeerde. Ze was meter geworden en de peter vergezelde haar. Toen ze op een landweg waren, waar wijd en zijd geen hoef te bekennen was, hoorden ze heel duidelijk een kind huilen. Angstig waren ze genoeg, maar ze gingen toch kijken. Daar lag in een droge sloot een kindje. Eerst wisten ze niet wat te doen, maar het meelij kreeg de overhand en het wichtje werd in het voorschoot gestopt.
Een eind verder sprong het kind eensklaps uit de schort; op het zelfde oogenblik was het in een man veranderd, die hen luid uitlachte. 't Was Ossaart en geen ander.
Onderwerp
SINSAG 0254 - Plagegeist nimmt die Gestalt eines kleinen Kindes an
  
Beschrijving
Een man en een vrouw horen huilen, vinden een kindje en nemen het mee, maar even later springt het uit de schort, wordt groot als een man en gaat er lachend vandoor.
Bron
J.R.W. en M. Sinninghe: Zeeuwsch sagenboek. Zutphen 1933, p. 36
Commentaar
voor 1910
Plagegeist nimmt die Gestalt eines kleinen Kindes an
L. M. de Keyser, in: Amsterdammer, 1910, no. 1731
Naam Overig in Tekst
Ossaart   
Naam Locatie in Tekst
Grauw   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20