Hoofdtekst
Heksen aan het werk
't Was "toondag" geweest in Goes, en Marinus Sinke had een meisje uitgezocht, waar hij nu den volgenden zaterdagavond naar toe ging, om in de keete bij haar te zitten.
't Was een schoone meid en Marinus was erg in zijn schik. Maar alle hout is geen timmerhout, en al wat blinkt is geen goud, dat zou hij ondervinden.
Toen ze goed en wel gezeten waren en een kop koffie hadden gedronken, kreeg het meisje opeens zoo iets als een flauwte. Duidelijk zag hij hoe ze verbleekte, tot een lichtje uit haar mond te voorschijn kwam en ze als bewusteloos in haar stoel hing.
Het spreekt vanzelf dat de vrijer een flinken schrik kreeg, maar gelukkig had hij wel eens van oude menschen gehoord, dat je zulke menschen niet mocht aanraken, en zie, na eenigen tijd, kwam het lichtje weer terug. Het trippelde over de vloer als een jonge hen, klom zonder moeite tegen het bewustelooze meisje op en verdween in haar mond, waarop ze weer tot haar zelf kwam.
Toen hij zijn ervaring vertelde aan een der knechts, die meer zulke dingen bij de hand had gehad, werd 't hem duidelijk gemaakt, dat die meid een tooverheks was, wier geest uitging om in de gedaante van een dier hier en daar kwaad te brouwen.
Nu werd het hem meteen duidelijk, waarom zoo'n schoon vrouwmensch geen vrijer kon houden.
't Was "toondag" geweest in Goes, en Marinus Sinke had een meisje uitgezocht, waar hij nu den volgenden zaterdagavond naar toe ging, om in de keete bij haar te zitten.
't Was een schoone meid en Marinus was erg in zijn schik. Maar alle hout is geen timmerhout, en al wat blinkt is geen goud, dat zou hij ondervinden.
Toen ze goed en wel gezeten waren en een kop koffie hadden gedronken, kreeg het meisje opeens zoo iets als een flauwte. Duidelijk zag hij hoe ze verbleekte, tot een lichtje uit haar mond te voorschijn kwam en ze als bewusteloos in haar stoel hing.
Het spreekt vanzelf dat de vrijer een flinken schrik kreeg, maar gelukkig had hij wel eens van oude menschen gehoord, dat je zulke menschen niet mocht aanraken, en zie, na eenigen tijd, kwam het lichtje weer terug. Het trippelde over de vloer als een jonge hen, klom zonder moeite tegen het bewustelooze meisje op en verdween in haar mond, waarop ze weer tot haar zelf kwam.
Toen hij zijn ervaring vertelde aan een der knechts, die meer zulke dingen bij de hand had gehad, werd 't hem duidelijk gemaakt, dat die meid een tooverheks was, wier geest uitging om in de gedaante van een dier hier en daar kwaad te brouwen.
Nu werd het hem meteen duidelijk, waarom zoo'n schoon vrouwmensch geen vrijer kon houden.
Onderwerp
SINSAG 0591 - Die Seele der Hexe verlässt den Körper in Tiergestalt (als Lichtlein)
  
Beschrijving
Een jongen, op bezoek bij zijn meisje, ziet als ze in slaap is gevallen, een lichtje haar mond verlaten en na een tijd weer terugkeren, waarop het meisje bijkomt. Hij vertelt het iemand en die zegt, dat het meisje een heks is.
Bron
J.R.W. en M. Sinninghe: Zeeuwsch sagenboek, Zutphen 1933, p. 118
Commentaar
voor 1933
Die Seele der Hexe verlässt den Körper in Tiergestalt (als Lichtlein)
Naam Overig in Tekst
Marinus Sinke   
Naam Locatie in Tekst
Goes   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20