Hoofdtekst
vertelling op rijm: Keutje
Daar was ereis 'n zusje en 'n broertje,
Die veegden tezamen 't vloertje,
En wat vonden ze toen? Een penninkie
En wat kochten ze daarvoor? Een keutje.
Maar dat keutje wou niet naar school toe gaan
Of hij moest geslagen of gedragen
Of gekroden op een kruiwagen.
Toen gingen ze naar den hond.
"Hond, hond, wil jij ons keutje eris bijten?
Ons keutje wil niet naar school toe gaan."
"Neen!" zei de hond.
Toen gingen ze naar de stok.
"Stok, stok, wil jij dien hond eris slaan?
Die hond die wil geen keutje bijten,
En keutje wil niet naar school toe gaan."
"Neen!" zei de stok.
Toen gingen ze naar het vuur.
"Vuur, vuur, wil jij eris stokken branden?
Stokken willen geen honden slaan,
Honden willen geen keutje bijten
En keutje wil niet naar school toe gaan."
"Neen!" zei het vuur.
Toen gingen ze naar het water.
"Water, water, wil jij dat vuur eris blusschen?
't Vuur wil geen kneppelen branden,
Kneppelen willen geen honden slaan,
Honden willen geen keutje bijten
En keutje wil niet naar school toe gaan."
"Neen!" zei het water.
Toen gingen ze naar de koe.
"Koe, koe, wil jij eris water drinken?
't Water wil geen vuur uitpinken,
't Vuur wil geen kneppelen branden,
Kneppelen willen geen honden slaan,
Honden willen geen keutje bijten
En keutje wil niet naar school toe gaan."
"Neen!" zei de koe.
Toen gingen ze naar den man.
"Man, man, wil jij eris koe dooden?
De koe, die wil geen water drinken,
't Water wil geen vuur uitpinken,
't Vuur wil geen kneppelen branden,
Kneppelen willen geen honden slaan,
Honden willen geen keutje bijten
En keutje wil niet naar school toe gaan."
"Neen!" zei de man.
Toen gingen ze naar den galg.
"Galg, galg, wil jij dien man eris hangen?
De man wil geen koeien dooden,
Koeien willen geen water drinken,
't Water wil geen vuur uitpinken,
't Vuur wil geen kneppelen branden,
Kneppelen willen geen honden slaan,
Honden willen geen keutje bijten
En keutje wil niet naar school toe gaan."
"Ja!" zei de galg.
En de galg achter den man
En de man achter koe,
En de koe achter 't water,
En 't water achter het vuur,
En het vuur achter de stok,
En de stok achter den hond,
En de hond achter keutje.
En kreeg de hond keutje? Mis, man.
Toen keutje zoo'n heele boel zag loopen, dacht hij:
"Nou zou 't mijn beste beurt niet worden."
Dus keutje hardloopend naar school,
Zoodat ie net nog de deur kon dichtflappen
En de hond er met zijn neus tegen aan vloog.
Dat kwam flink an. En nou is 't uit.
Daar was ereis 'n zusje en 'n broertje,
Die veegden tezamen 't vloertje,
En wat vonden ze toen? Een penninkie
En wat kochten ze daarvoor? Een keutje.
Maar dat keutje wou niet naar school toe gaan
Of hij moest geslagen of gedragen
Of gekroden op een kruiwagen.
Toen gingen ze naar den hond.
"Hond, hond, wil jij ons keutje eris bijten?
Ons keutje wil niet naar school toe gaan."
"Neen!" zei de hond.
Toen gingen ze naar de stok.
"Stok, stok, wil jij dien hond eris slaan?
Die hond die wil geen keutje bijten,
En keutje wil niet naar school toe gaan."
"Neen!" zei de stok.
Toen gingen ze naar het vuur.
"Vuur, vuur, wil jij eris stokken branden?
Stokken willen geen honden slaan,
Honden willen geen keutje bijten
En keutje wil niet naar school toe gaan."
"Neen!" zei het vuur.
Toen gingen ze naar het water.
"Water, water, wil jij dat vuur eris blusschen?
't Vuur wil geen kneppelen branden,
Kneppelen willen geen honden slaan,
Honden willen geen keutje bijten
En keutje wil niet naar school toe gaan."
"Neen!" zei het water.
Toen gingen ze naar de koe.
"Koe, koe, wil jij eris water drinken?
't Water wil geen vuur uitpinken,
't Vuur wil geen kneppelen branden,
Kneppelen willen geen honden slaan,
Honden willen geen keutje bijten
En keutje wil niet naar school toe gaan."
"Neen!" zei de koe.
Toen gingen ze naar den man.
"Man, man, wil jij eris koe dooden?
De koe, die wil geen water drinken,
't Water wil geen vuur uitpinken,
't Vuur wil geen kneppelen branden,
Kneppelen willen geen honden slaan,
Honden willen geen keutje bijten
En keutje wil niet naar school toe gaan."
"Neen!" zei de man.
Toen gingen ze naar den galg.
"Galg, galg, wil jij dien man eris hangen?
De man wil geen koeien dooden,
Koeien willen geen water drinken,
't Water wil geen vuur uitpinken,
't Vuur wil geen kneppelen branden,
Kneppelen willen geen honden slaan,
Honden willen geen keutje bijten
En keutje wil niet naar school toe gaan."
"Ja!" zei de galg.
En de galg achter den man
En de man achter koe,
En de koe achter 't water,
En 't water achter het vuur,
En het vuur achter de stok,
En de stok achter den hond,
En de hond achter keutje.
En kreeg de hond keutje? Mis, man.
Toen keutje zoo'n heele boel zag loopen, dacht hij:
"Nou zou 't mijn beste beurt niet worden."
Dus keutje hardloopend naar school,
Zoodat ie net nog de deur kon dichtflappen
En de hond er met zijn neus tegen aan vloog.
Dat kwam flink an. En nou is 't uit.
Onderwerp
AT 2030J - A Disobedient Boy   
ATU 2030 - The Old Woman and her Pig.   
Beschrijving
Broertje en zusje vegen de vloer en vinden een penning en kopen ervoor een 'keutje', dat echter niet naar school wil gaan. De hond wordt gevraagd het te bijten, de stok de hond te slaan, het vuur de stok te branden, het water het vuur te doven, de koe het water te drinken, de man de koe te doden en de galg de man te hangen.
Bron
Collectie Boekenoogen (archief Meertens Instituut)
Commentaar
januari 1892
A Disobedient Boy
Naam Overig in Tekst
Keutje   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:22