Hoofdtekst
Op de schilderskamer, nu laetst met veel volcks op een musyck zijnde, daer onder anderen oock een Monsieur Steenkes wel twee uyren op de clavecymbel achter malkander de bassus continuus speelde, vraegde ick aen de heer Raedsheer Hendrick Fagel, wat hem van musyck dacht. R. 'Mij dunkt dat niemand sijn partij beter waerneemt als Steenkes, want dat is recht een Bassus continuus: drie uyren achtereen te spelen, sonder een ander plaets te maecken. ' Op deselve musyck was oock den advocaet Cornelis de Neijn. 'Wel', seyde ick, 'wat komt ghij hier doen?' R. 'Mede een beetje staen hooren.' Een quartier daernae nam hij van mij afscheyt. R. 'Wel hoe, waer soo vroeg heen?' R. 'Daer is volck tot mijnent die mij koomen consuleren.' R. 'Wel is het te sien dat dit uw rechte plaets niet was. Wat droes doet ghij bij accoorden, daer ghij uw geldt met discoorden moet winnen.'
Beschrijving
Met een aantal anderen was Van Overbeke naar muziek aan het luisteren. Advocaat Cornelis de Neijn kwam ook even luisteren, maar ging na een kwartier alweer weg. Aernout vroeg hem waar hij zo vroeg heen ging. Hij had een afspraak met klanten. Van Overbeke zei toen dat hij ook niet echt op zijn plaats was bij akkoorden, terwijl hij zijn geld verdient met conflicten ('discoorden').
Bron
Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991.
Commentaar
Derde kwart zeventiende eeuw
Naam Overig in Tekst
Monsieur Steenkes   
Raedsheer Hendrick Fagel   
Bassus continuus   
Cornelis de Neijn   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20