Hoofdtekst
Joris eysschte schraele Rutgert 30 gulden, die hij met wedden hadt gewonnen. R. 'Ick hebbe het nu niet, maer ick sal liet u metten eersten geven'. R. 'Maer als ghij het hebt, soo denckt ghij niet om mij.' R. 'lck beloof u dat ick het wel sal onthouwen. ' R. 'Daer bruyt de kalis weer heen; morgen is hij het weer vergeten.' R. 'Neen, neen, stelt u vrij in die 30 f. gerust, Rut sal u dat wel onthouwen, sooals hij op sijn afscheyt heeft aengenoomen.'
Beschrijving
Joris eiste van Rutgert 30 gulden, die hij met wedden had gewonnen. Rutgert zei dat hij het later zou geven, maar Joris was bang dat hij het zou vergeten. Volgens Rutgert kon hij gerust zijn: "Rut sal u dat wel onthouwen, sooals hij op sijn afscheyt heeft aangenoomen."
Bron
Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991.
Commentaar
Derde kwart zeventiende eeuw
Naam Overig in Tekst
Joris   
Rutgert   
Naam Locatie in Tekst
Rut [=Rutgert]   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20