Hoofdtekst
Een boer, die een meyt met kindt hadde gemaeckt, wierdt hardt van de paep daerover bestraft. Als hij de heele saeck tot verscheyde maelen loochende nam de paep een glas alssemwijn en bragt het hem toe, seggende: 'Bij aldien dat ghij het gedaen hebt, soo moet die wijn in uw mondt soo bitter werden als alssem of als gal.' De boer begon te drincken en de bitterheyt proevende, bekende terstondt, seggende: 'Herr, dat wahr is moot oock wohr bliven.'
Beschrijving
Een boer moest een glas alsemwijn drinken van de priester, omdat hij ontkende dat hij een meid zwanger had gemaakt. Als hij het gedaan had, zou de wijn zo bitter als alsem of als gal moeten smaken. Toen hij de bitterheid proefde, zei hij: "Wat waar is, moet ook waar blijven."
Bron
Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991
Commentaar
Derde kwart zeventiende eeuw
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20