Hoofdtekst
Seker hoer schreyde dapper doe haer liefste, die meest al sijn goet verbruyt hadde met haer, na sijn lant weer soude trecken. Doe hij wegh was, seyde haer moeder tot haer: 'Malloote als ghij sijt, dat gij soo schryt om een vrijer die doch niet meer heeft om te geven. Ghij sult wel weder een anderen, die rijcker en fraijer is als dese was, krijgen.' 'Och moeder, ick schrey daerom niet', seyde sij, 'omdat hij weg is, maer omdat hij noch dien schoonen gepassementeerden mantel over heeft gehouden. Dat ik die eerst niet heb helpen doorbrengen.'
Beschrijving
Een hoer moest erg huilen toen haar geliefde ervandoor ging nadat al zijn geld op was. Toen haar moeder haar troostte door te zeggen dat ze wel een knappere en rijkere man zou vinden, zei ze dat ze niet om hem huilde, maar omdat hij een mooie mantel had meegenomen.
Bron
Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991
Commentaar
Derde kwart zeventiende eeuw
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20