Hoofdtekst
Claes, tot Amsterdam huys houdende, hadd' Claes vadertje Blick met 2 Brabantsche uffrouwen te gast genoodigt en alsoo hij wat koeltjes sat, seyden sij dat hij in geen goedt humeur moest wesen. R, 'Vergeeft mij, ick ben altijt soo stil bij vrijsters. Ick kan mijselven daer wonderlijck wel in dwingen. Noch laest, met een vrijstertje wat familiaer wordende, was ick de wijste en wachte mij wel al te nemen dat ick krijgen kost.' 'Je hield je, denck ik', seyde een van de juffrouwen, 'of je geck waert, je slachte David en je liet het sever door je baert loopen.'
Beschrijving
Claes was eens in het gezelschap van vadertje Blick en twee Brabantse juffrouwen. Zij spraken hem aan op zijn slechte humeur. Claes antwoordde dat hij altijd stil was in het gezelschap van vrijsters, en dat hij laatst ook zoiets aan de hand had toen het wat intiemer werd met een vrijster. Hij besloot zich toen rustig te houden. Een van de juffrouwen zei toen: "Je hield je denk ik alsof je gek was; je slachtte David en liet het speeksel door je baard lopen."
Bron
Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991
Commentaar
Derde kwart zeventiende eeuw
Zie ook OVER0140.
Naam Overig in Tekst
Claes   
[Cornelis Anastasius de] Blick   
David   
Naam Locatie in Tekst
Amsterdam   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20