Hoofdtekst
Seecker edelman met en moy juffertje, dat vrij wat questie socht, in de praet geraeckt sijnde, wilde soo eens een familiaere greep doen. R. 'Hou, hou, mijnheer, ghij soudt uw handen branden.' R. 'Zijt ghij dan soo heet, mejuffer?'
Beschrijving
Een edelman die aan de praat geraakt is met een mooie, uitdagende vrouw, wil wat intiemer worden. De vrouw houdt de boot af, met de opmerking dat hij zijn handen zal branden. Daarop vraagt de man zich af of de dame dan zo heet is.
Bron
Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991.
Commentaar
Derde kwart zeventiende eeuw
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20