Hoofdtekst
2 Voorloop.
Op een morgen ging ik naar het werk.
Daar zag ik opeens het huis van Timp in brand staan.
Nu moet men daar zo snel mogelijk heen gaan.
Zijn de muren koud, dan komt er een dode in dat huis, zijn de muren warm, dan brandt het op.
Ik voelde dus, de muren waren warm.
Dadelijk ging ik naor de vrouw terug.
Ik zeg: "Timp zien hoes brandt gauw op."
Het heeft nog twee jaar geduurd, toen ging het.
Op een morgen ging ik naar het werk.
Daar zag ik opeens het huis van Timp in brand staan.
Nu moet men daar zo snel mogelijk heen gaan.
Zijn de muren koud, dan komt er een dode in dat huis, zijn de muren warm, dan brandt het op.
Ik voelde dus, de muren waren warm.
Dadelijk ging ik naor de vrouw terug.
Ik zeg: "Timp zien hoes brandt gauw op."
Het heeft nog twee jaar geduurd, toen ging het.
Onderwerp
SINSAG 0491 - Vorzeichen eines Brandes   
Beschrijving
Man ziet huis in brand staan, en voelt dat de muren warm zijn, een voorteken dat het huis zal afbranden.
Bron
Collectie Wever, verslag 6, verhaal 2 (Archief Meertens Instituut)
Naam Overig in Tekst
Timp   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:21