Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

KEMP289 - Van weerwolven: De man die absoluut eens uit moest

Een sage (boek), 1925

Hoofdtekst

De man die absoluut eens uit moest

In Schimmert woonde een man die, wanneer hij 's avonds met vrouw en kind aan tafel zat, de gewoonte had te zeggen: 'Ik moet toch absoluut eens uit!'
In bet begin lette de vrouw daar niet zo op, maar toen dat herhaaldelijk voorviel, vroeg zij hem: 'Zeg me dan toch eens waar je alle avonden heen moet?'
De man verzon dan telkens een uitvlucht en zei: 'Wat ben je toch nieuwsgierig!' of Dat behoef ik je niet aan de neus te hangen.'
Dat duurde zo lang, tot de vrouw op een avond dreigde met haar kind naar het huis van haar ouders te trekken, wanneer het nog eens gebeurde dat haar man toch absoluut eens uitmoest.
De man moest op zekere avond weer weg. Nadat hij een tijdje weg was, nam de vrouw het kind op de arm, ging eveneens de deur uit, sloot deze en liet het huis verlaten achter.
Zij was al een eind op weg, toen er een grote hond naast haar over de weg kwam lopen en haar begon te hinderen. Zij wilde zich daartegen verzetten en met dit te willen doen, hief zij haar arm op, waardoor haar omslagdoek, die zij om haar schouders had geslagen en waarin zij ook het kind had gewikkeld, op de grond viel.
De doek kon nauwelijks de grond hebben geraakt, of de hond viel er op aan en begon hem te verslinden. Van deze gelegenheid maakte zij gebruik om met het kind te vluchten en het ouderlijk huis te bereiken. De volgende dag kwam haar man haar halen. Zij wilde aanvankelijk niet mee. Thuisgekomen, gingen zij koffiedrinken. Toen de man zijn mond opendeed, zag de vrouw de vezels van de verslonden omslagdoek nog tussen diens tanden.
'Ah! Nu weet ik, waarom je 's avonds altijd uitgaat!' riep ze ontzet. 'Nu wil ik niets meer met je te doen hebben!'
Zij greep het kind en wilde gaan.
'Blijf, vrouw!' smeekte de man. 'Ons kind heeft mij verlost! Wanneer een weerwolf eet van iets, waarin een kind, dat nog onschuldig is, was gewikkeld, wordt hij daardoor verlost!'
De vrouw nam dat in blijdschap aan en de man 'moest' na die tijd meer 'eens absoluut uit'.

Onderwerp

SINSAG 0823 - Das zerbissene Tuch.    SINSAG 0823 - Das zerbissene Tuch.   

Beschrijving

Een man moet er elke avond 'eens uit'. Zijn vrouw krijgt argwaan en dreigt weg te lopen. Als ze er met haar kind vandoor gaat, wordt ze lastiggevallen door een grote hond. Ze laat de doek, waar haar kind in ligt gewikkeld, vallen. De hond eet het op.
De vrouw keert terug. De volgende dag ziet ze draadjes tussen de tanden van haar man en begrijpt prompt alles. Ze wil weer bij hem weggaan, maar dan zegt de man dat hij genezen is, nu hij de omslagdoek van het onschuldige kind heeft opgegeten.

Bron

Kemp, Pierre. Limburgs Sagenboek. Gebrs van Aelst. Maastricht, 1925.
Herdruk: ca. 1970

Commentaar

1925 (Herdruk ca. 1970)
Dit verhaal is te vinden in het hoofdstuk 'Van weerwolven'.
Das zerbissene Tuch.

Naam Locatie in Tekst

Schimmert    Schimmert   

Datum Invoer

2013-03-01 14:46:20